Wist je dat om de 1111 dagen er iets wonderlijks gebeurt met alle standbeelden ter wereld? Nee, natuurlijk weet je dat niet. Het is immers een goed bewaard geheim. Niemand weet het. Ook jij niet.
De Grote Bewaker maakt het voor elk standbeeld mogelijk om elke 1111de nacht te ontstenen. Je ziet ze dan langzaam, heel langzaam veranderen van steen, graniet, marmer of gelijk wat in levende materie. Ze doen dat heel behoedzaam. Het gebeurt altijd in het holst van de nacht. Er is altijd wel een eenzame dwaler of een slapeloze die zijn hond uitlaat dus ze moeten voorzichtig zijn. Als er echt niemand te bespeuren valt grijpen ze hun kans. Centimeter per centimeter verschuiven ze zich, glijden van hun sokkel af en gaan op pad. Ze mogen kiezen naar waar ze gaan, ze zijn immers vrij. Sommigen gaan naar hun geboorteplek: het huis of atelier waar ze uit een vormeloze massa geschapen zijn. Anderen troepen wat samen op het stationsplein. Nog anderen kunnen niet snel genoeg zijn om bij hun geliefde te zijn.
Als ze samen zijn, gedragen ze zich voorbeeldig. Ze praten over hun kwaaltjes: stramme lichaamsdelen, groene uitslag op hun huid, afbrokkelende stukjes ledemaat, wildgroei van mos of hun brandende voeten die zwaar te lijden hebben van plassende honden. Ze klagen soms steen en been. Je hebt er ook die stilletjes gaan genieten in steengroeven of hun familieleden gaan bezoeken die hier en daar verspreid zijn in de Taj Mahal. Anderen blijven op een steenworp van hun vertrouwde plek wat rondhangen. Je hebt er ook die met anderen hun verplaatsingsstrategie bespreken: elke keer dat ze terug naar hun sokkel moeten, draaien ze zich een paar centimeters of veranderen ze een heel klein beetje hun pose. Voor de gewone voorbijganger valt dat niet op, maar de beelden verschaft het wat meer comfort en een ander standpunt op het gebeuren rond hen.
Denker kon die nacht niet snel genoeg zijn. Hij haastte zich naar Lorelei. Hij was zo immens verliefd op de nimf. Soms dacht hij dat hij zou barsten van de liefde die in zijn stevige torso woedde en die hij tot nu toe niet beantwoordt wist. Om de 1111 dagen ijlde hij zich naar haar. Zij wachtte rustig op haar stoel terwijl ze haar lange haren ontwarde. Een werkje waar ze de hele nacht zoet mee was. Zijn gezelschap zorgde voor wat afleiding op haar hoge rots. Zou ze zijn liefde deze keer beantwoorden of zou ze hem zou laten vallen als een baksteen? Ze wist het nog niet.
Denker was vastbesloten om deze nacht te scoren. Een ezel stoot zich immers geen tweemaal aan dezelfde steen. Hij zou deze keer niet zo lang wachten tot de nacht om was en de Grote Bewaker het teken gaf dat ze terug moesten gaan naar hun vaste plek. Hij wou niet nog eens 1111 dagen smachten. Nee, dat zou hij niet kunnen uithouden. Hij was immers niet van steen...
De nimf was klaar met het kammen van haar lange haren. Ze zong een droevig liedje en keek uit over de rivier waar jammer genoeg geen enkele boot te bespeuren viel. Toen wist ze het zeker: ze wou hier voor altijd blijven, alleen, zonder dat protserige gedoe van Denker. Als ze er aan dacht hoe hij pochte met zijn spieren, zijn gestroomlijnde lichaam... och, zucht! Ze zou van haar hart een steen maken en hem zeggen dat ze zijn liefde niet kon beantwoorden.
Zo geschiedde. Hoe Denker dat nieuws verwerkte is teveel voor woorden. Zijn huid sloeg er groen van uit en blinken deed hij niet meer. Nog voor de Grote Bewaker het sein gaf, was hij teruggegaan naar zijn sokkel. Bedroefd, gekwetst, eenzaam... Hij kon maar niet bedenken waarom Nimf hem had laten vallen als een baksteen. Waarom? Waarom toch? Hij zette zich neer en dacht na. Hij dacht heel lang en heel diep na...
Ik ben ontroostbaar.
BeantwoordenVerwijderenJa mooi!
BeantwoordenVerwijderenover 1111 dagen zal hij wel eens uitdacht zijn... mooi verhaal...
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen