woensdag 29 september 2010

A perfect match

Het was er donker en krap, dat herinner ik me vooral. We lagen zeker wel met honderd samen. Allemaal hetzelfde, onze koppen bij elkaar.

Er veranderde niets, we lagen daar maar te liggen. Wachten. Eindeloos wachten. Uren, dagen of waren het weken en maanden?

Heel af en toe werden we wild door elkaar geschud. Dan stond alles op zijn kop. Iedereen viel door elkaar. Op dat moment was dat niet prettig, maar het voordeel was dat je achteraf wel zeker iemand anders naast je had. Dat brak de sleur. We konden elkaar niet zien, want het was er altijd donker. Maar nieuwsgierigheid kenden we niet. We wisten dat we er allemaal ongeveer hetzelfde uitzagen.

Toen, eindelijk, toen veranderde er iets. We werden weer door elkaar geschud. Maar deze keer was het anders. We voelden hoe we opgepakt werden en hoe we even zweefden om vervolgens met een klap op een harde ondergrond terechtkwamen. Kort daarna beleefden we dit nog enkele keren: opgepakt worden en neergelegd. Na een tijdje was het weer rustig. We hoorden stemmen. Soms hoorden we muziek. Het bleef donker. Het wachten was weer begonnen.

Dan gebeurde het: fel licht omringde ons en grabbelende vingers rukten bruusk mijn buurvrouw weg. Onmiddellijk daarna werd het weer donker. Weer die stemmen, die rustig en lief klonken.

Zo ging het door, tot we nog maar met drieëntwintig overbleven. We stelden ons geen vragen. We wachtten gelaten af en zouden wel zien wat ons lot voor ons in petto had.

Plots werd ik weggegrist. Smalle, sierlijke vingers namen me vast aan mijn voeten en droegen me mee naar een grote houten tafel. Er zat een man aan. Hij glimlachte. De vrouw hield de doos waarin ik zo lang gevangen gezeten had dichterbij en streek vastberaden en hard met mijn hoofd tegen de doos. Dat was mijn lot! Ik stond in vuur en vlam. De kaars die ik met mijn vuur aangestoken had, likte tevreden mijn wonden...


woensdag 22 september 2010

Beelden zeggen meer dan woorden...

Dierenmanieren...



Wees een heer in het verkeer...



Cafépraat



Oorzaak en gevolg?



God is overal en opgelet in het bos!



Veiligheid boven alles!



Opruimen!



Zonder woorden...

dinsdag 14 september 2010

Er is leven...



Het was zover. Ik ging dood. Eindelijk, dacht ik. Nu zou het eindelijk gebeuren, na al die jaren van ongelukkig zijn, zou het nu eindelijk veranderen. Ik lag op mijn bed, wist dat het een kwestie van minuten was. Elke seconde proefde ik en ik genoot van de spanning. Straks was er de verlossing.

De laatste jaren had ik me suf gelezen over reïncarnatie. Het was echt overduidelijk. Na mijn dood zou ik terugkeren. Daarom keek ik er zo naar uit. Honderden boeken had ik verslonden, zelfs in het Engels en het Frans. Er bestond geen twijfel meer voor mij. Ik zou eindelijk dit lelijke, moddervette lichaam kunnen verlaten. Jarenlang heb ik het meegesleurd, tegen mijn zin. De laatste maanden kon ik alleen nog maar op mijn bed liggen. Maar ik zat in dat lijf en was er aan gebonden. Het was mijn gevangenis. Niets kon me bevrijden. Tot ik toevallig over reïncarnatie hoorde. Mijn opluchting was niet te beschrijven: dit lichaam was maar een tijdelijke tussenhalte. Een fractie maar van mijn bestaan.

De laatste minuut was aangebroken. Een glimlach krulde zich langzaam om mijn lippen. Eindelijk verlost van die veel te grote brok vlees. Mijn geloof was stevig en ik was er gerust in. Deze keer zou ik niet terugkeren als mens, maar als dier. Wat zou het worden? Een sierlijke hinde? Een snel jachtluipaard? Of nee, misschien wel een slanke giraf...

Toen was er niets meer. Het luikje ging dicht. Was het dat nu? Stopte het dan toch? Gedaan, finito, the end?
Fel licht hinderde mijn zicht. Ik rook vreemde geuren, die me deden vermoeden dat ik niet meer thuis was. Het duurde lang voor ik zover was dat ik mijn ogen kon openen. Eerst was alles wit, daarna vulde mijn gezichtsveld zich langzaam met kleur. Blauwe lucht met zachte wolkjes en groen, veel groen zag ik. Er waren ook bergen, met besneeuwde toppen. Heel langzaam keek ik rond me. Er was niemand te zien. Ik was alleen. Mijn ogen gingen naar beneden, naar mijn voeten. Grote, dikke en lompe poten met grote nagels stonden tussen het gras. Ik kon ze amper zien omdat mijn dikke vacht en buik in de weg zaten. Alles aan me was harig en dik! Wat was er van mij geworden?

Maanden verstreken. De kou kwam. Ijzige kou. Mijn lichaam had nu een sterk instinct dat mijn doen en laten beïnvloedde. Wekenlang propte ik me vol met het vetste voedsel dat ik kon vinden. Dikker en dikker werd ik. Zo dik dat ik me amper nog kon bewegen. Toen de eerste sneeuw viel, kroop ik weg in een hol. Slapen zou me goed doen. Heel lang slapen...

woensdag 8 september 2010

_____________Veilig?___________

De bodyguards

van Lady Gaga

maakten zich

ernstige zorgen

om de

veiligheidspasjes:

was het nu

twee naar links

en dan

één pasje

naar rechts

of omgekeerd?



vrijdag 3 september 2010

Angst

Die angst, die beklemmende angst. Ze moest weg. Maar het ging niet. Ze was een gevangene in haar eigen hoofd. Ze kon niet weg.

Er werd geklopt. Ze beefde. Opendoen? Nee. Niet nu. Men mocht haar zo niet zien. Ze dacht aan vroeger, hoe haar speelkameraadjes haar uitgesloten hadden en hoe ze langzaam, maar toch niet zo zeker, een eigen weg gegaan was. Hoe ze was opgeklommen en ergens anders een nieuw leven begonnen was, met veel respect van de nieuwe anderen. Hoe ze zich groot en sterk voelde.

En nu die angst…die beklemmende angst. Ze zou falen. Ze was niet sterk genoeg meer om dit toneelstuk nog langer te spelen. Ze kon het niet. Ze was helemaal zo sterk niet als men van haar dacht. Nee. Ze zou falen. Ze zou bezwijken. Maar waarom juist nu?


Ze bezweek, gaf het op. Het verleden dat ze meedroeg was te zwaar. Diep van binnen knapte het helemaal.

De postbode belde nogmaals. Tevergeefs. Hij zou morgen nog eens terugkomen...