donderdag 22 april 2010

Jij en de tijd aan mijn zij



Ik zag een hoogbejaard koppel in het warenhuis.
Ze waren tijd aan het kopen.
Elke minuut die ze nog met elkaar konden doorbrengen telde.
Zij stapte moeizaam.
Hij zag niet meer zo goed.
Daarom hield hij zijn hand liefdevol op haar rug.
Zo voelde zij zich gesteund.
Zo werd hij geleid.
Samen slenterden ze verder, voetje voor voetje.
Op zoek naar tijd in de aanbieding.


Over koetjes en kalfjes...

De wekker ging. Oorverdovend hard. De rest was stilte. Ik had het erg moeilijk met het feit dat ik mijn warme bed moest verlaten. Maar de plicht riep. Als boer heb je je verantwoordelijkheden. Vlug kleedde ik me aan en begon eraan: het melken van de koeien. Dat was maar net op tijd. Zie je, koeien wachten nu eenmaal niet. Als het tijd is om gemolken te worden, dan moet je dat als boer doen. Zo eenvoudig is het. Ook om 5 uur ’s morgens.

Nu dat klusje geklaard is, heb ik wel even tijd voor een tas koffie. Maar niet te lang treuzelen. Uit noodzaak moet ik ook naar mijn werk. Een redelijk saaie kantoorjob. Ik tel de uren af dat ik daar zit. Een echte boer heeft teveel werk om administratie voor iemand anders te doen. De computers bij ons op het werk zijn dan nog eens zwaar beveiligd. Ik kan er zelfs mijn eigen mail niet opvragen.

7u15. Het is bijna tijd om te vertrekken. Gisteren kocht ik pompoenplantjes. Het belooft een mooie oogst te worden. Dat is goed, want dat levert me weer wat op. Maar dan moet ik die plantjes nog vlug in de grond steken. Het gaat allemaal zo vlug. Wat je niet verzorgt, verkommert. Over verkommeren gesproken: ik heb nog heel wat komkommers teveel. Misschien kan ik aan mijn buren eens vragen of zij er wat kunnen gebruiken, of wie weet kan ik ze wel ruilen voor wat aardbeiplantjes.

7u30. Nu moet ik echt vertrekken. Hollen naar de bus die me naar het station brengt. Oei, heb ik die pompoenplantjes nu wel water gegeven? Een mens heeft het veel te druk tegenwoordig. In de trein zitten nog boeren. Die hebben meer geluk en hebben zo te zien alles onder controle.

9u00. Nog anderhalf uur en het is pauze. Ik zou liever doorwerken tijdens mijn pauzes en dan wat vroeger naar huis gaan. Er is zoveel te doen op mijn boerderij, dat hou je niet voor mogelijk. Jammer genoeg mag dat niet van mijn baas. ‘Pauze is pauze en werkuren zijn werkuren’, zegt hij dan. Hij heeft geen boerderij. Hij begrijpt mij niet.

17u00. Eindelijk! Ik kan naar huis. Als ik een spurtje inzet kan ik misschien een trein vroeger nemen. Dat scheelt weer een halfuur. Ik zal toch een schuur moeten kopen deze week. Binnenkort kan ik oogsten en dat moet netjes opgeslagen worden. Mijn nieuwe tractor doet het prima. Daar heb ik keihard voor gewerkt. Een deel ervan heb ik met mijn creditcard betaald. Nu gaat het werk veel sneller. Dus die investering haal ik er wel snel weer uit. Maar wat is dat? Er ligt een briefje op tafel: ‘Haal jij de kinderen op van school? Ik moet laat werken.’ Oh, nee! Dat kan toch niet! Daar heb ik helemaal geen tijd voor! Dat wil zeggen dat ik ook met hen huiswerk moet maken en eten maken. Nee, sorry, dat zal moeilijk worden. Weet je wat? Ik bel de school even, dan kunnen ze in de naschoolse opvang blijven en daar hun huiswerk alvast maken. In de diepvries zitten nog wel wat pizza’s. Genoeg tijd verloren, vlug gaan kijken bij de pompoenen. Dat ziet er allemaal goed uit. Ik mag niet vergeten de akkers van mijn vrienden te gaan bemesten. De kippen van de buren moet ik ook nog voederen. Veel extra werk, maar daar krijg ik dan weer mooie planken voor mijn schuur in de plaats.

18u00. Telefoon. De naschoolse opvang is gedaan. Of ik mijn kinderen kom ophalen... Ach, nee, nu schaam ik me toch wel een beetje! Die boerderij slokt me helemaal op. Ik laat alles vallen, alleen dat schuldgevoel neem ik mee. Mijn kinderen vergeten, hoe is dat nu mogelijk? Gelukkig zijn ze niet boos op mij. We gaan naar huis. Ik beloof dat ik lekkere pizza’s zal maken. Ze hebben het me vergeven. Mijn oudste dochter wil me helpen en dekt de tafel. ‘Mama’, zegt ze, ‘mag ik Farmville afsluiten en je laptop wegzetten?’

vrijdag 16 april 2010

Vrij gezellig

De lezing was echt boeiend. Een goede spreker en een mooie PowerPoint. Het doet je toch wat, hoor, als je ziet hoe de mensheid de aarde om zeep aan het helpen is! Ik had deze lezing ergens anders al eens bijgewoond, maar het boeide me zo dat ik het graag nog eens had gehoord. Dat werd een heel avontuur. Ik heb uit principe geen auto en doe dus alles met het openbaar vervoer. Meer dan 2 uur deed ik erover om tot hier te geraken, maar het was me dan toch gelukt. Na de lezing holde ik naar de bushalte want er was maar een bus om het uur. Natuurlijk was ik net te laat. Aan het eind van de straat reed de bus net de hoek om. Jammer! Ik keek op mijn horloge: 22u al ondertussen. Aan de overkant was een café. Dat kwam goed uit. Even iets drinken terwijl ik op de bus wacht en de lezing wat laten bezinken.

Wat een lawaai! De muziek stond veel te luid en de meeste mensen waren al aardig beschonken. Je kon geen woord tegen elkaar zeggen. Niet dat ik dat wou, ik kende hier niemand, maar aangenaam was het niet. Blijkbaar vierde er iemand zijn vrijgezellenavond. Wat een zootje! Ze hadden zijn hand ingegipst, samen met een groot bierglas. Dat werd natuurlijk voortdurend bijgevuld. Zijn kameraden waren enorm uitgelaten. Het degouteerde me een beetje. Het contrast met de voorgaande uren was me wat te groot. Ik zette mijn rugzak wat dichter bij. Je wist maar nooit met dit soort volk... Het zouden wel leeglopers, werklozen en racisten zijn!

Het zou een lang uur worden. Toen ik mijn rozebottelthee bestelde, werd ik scheef bekeken. Het leek me het beste om wat te lezen in mijn nieuwe boek: ‘De aarde genezen’. Daarin omschrijft de auteur hoe verstoorde aardmagnetische plekken op aarde terug in evenwicht gebracht kunnen worden door groepszang, dans en meditaties. Erg boeiend is dat! Maar nog geen vijf minuten later stond die vrijgezellenbende rond mijn tafeltje. Ze leken heel geïnteresseerd in mijn boek. Iemand vroeg ook waar ik mijn kleren kocht. Er is toch niets mis met een lange jeansrok en sandalen? Nog een andere liep plots naar buiten en stond na een minuutje terug binnen met een paardenbloem in zijn hand. Hij probeerde die in mijn haar te steken. Maar dat wou ik niet! Ik sloeg zijn handen weg. De vrijgezel kwam er tussen en trok zijn vriend weg. Oh, wat was ik boos! Zie je wel dat dit weer zo een leegloper was. Gelukkig ben ik gewoon blank want anders zou hij me erger aangepakt hebben!

De pinten werden weer maar eens gevuld. Ze stonden nu aan de toog en lalden er op los. Ik zag die kerel al op extreem rechtse meetings paraderen, maar...wat was dat? Hij trok zijn T-shirt omhoog om zijn tatoeages te laten zien. Hij stond met zijn zij naar mij gericht. Een schoon, getraind lijf, dat wel. Er stond iets in gotische letters op zijn buik. Ik zette mijn bril vlug op om het te kunnen lezen. ‘Ali’ stond er. Ali. Ali dus... Och nee, zie je wel! Hij is geen racist! Ik altijd met mijn vooroordelen. Ik had die kerel zomaar beschuldigd van vanalles en nog wat. Hoe dikwijls had ik me al voorgenomen om dat niet meer te doen. Het was niet fair tegenover die man. Ik had hem beschuldigd van alles wat slecht was, maar het was ikzelf die slecht was. Dat kon ik zo niet laten. Met een klein hartje stond ik op om mijn verontschuldigingen aan te bieden. Net toen ik wou rechtstaan, struikelde ik over mijn rok. Ik wou me ergens aan vastgrijpen maar duwde zo tegen een grote kerel die ook aan de toog stond. Die verloor zijn evenwicht en duwde de getatoeëerde kerel omver. Razend werd die! Ze begonnen te vechten: duwen en trekken... Ik krabbelde mezelf recht, nam mijn rugzak en mijn boek en ging naar buiten. Het was me allemaal wat teveel. Over een halfuur zou de bus komen. Het leek me het beste om aan de bushalte te wachten. Even later kwam de kerel met de tatoeage buiten. Zijn T-shirt was aan flarden gerukt. Hij had een bloedneus. Boos trok hij het T-shirt helemaal van zich af en smeet
het weg. Hij wandelde me voorbij. Nu zag ik zijn tatoeage helemaal: Alive and Kicking stond er...

maandag 12 april 2010

Pareltjes (deel 2)



- de Liefkenshoektunnel is dolvrij
- Vrij op bergtocht
- Hij kwam er zonder kleurscheren van af
- een druivenmelker
- het Neger des Heils
- een hijgkraan
- een atomaaanval
- het meervoud van Beaujolais: Beaujoli
- de bediendenhamers waren niet proper te krijgen
- een meervellig organisme
- een reanimatiefilmpje
- een duscissie
- ik geef er de bruid aan
- een dom blindje
- ik hou ervan om het personeel te motiveren en te simuleren
- een netwerp van computers
- een spraakgebek