woensdag 23 februari 2011

Indringer

Ik wandelde zomaar wat door het bos
zonder doel, zonder reden.
Ik zette me even neer op het malse mos
en plotseling hoorde ik vlugge schreden...

Wie kon dat nu toch zijn?
Dit bos was toch verlaten?
En toen stond er dat ventje, zó klein.
Hij knipoogde en kon zelfs praten!

Hij klauterde moeizaam op m'n hand
en klom verder tot aan m'n oor.
'Kom, ik wijs je mijn land:
tweede boom rechts en dan altijd rechtdoor.'

Hé, wat doe ik hier?
En wat kriebelt er in mijn oor?
Het was een kribbig kriebeldier.
Ik had alleen maar gedroomd, stel je voor...

4 opmerkingen:

  1. Gelukkig werd je wakker, want
    Stel je het nu toch eens voor
    Je ligt daar fijn in dromenland
    En dat beestje loopt maar door

    Langs de synapsen snel omhoog
    En dan met een flinke vaart
    Onvervaard naar je rechteroog
    Vrolijk zwaaiend met zijn staart

    Maar ha, je zag op tijd het licht
    En schreef daarna dit fraai gedicht

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het is weer eens bewezen:
    mijn blogje wordt gelezen!

    BeantwoordenVerwijderen

Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!