woensdag 16 februari 2011

Fata morgana



‘Vang!’ riep Freddy en de koffer vloog door de lucht.
Het was warm op ‘de tarmac’ van de luchthaven. Maar dat deerde de mannen niet. Ze hadden net te horen gekregen dat hun contract verlengd werd. Freddy had een huis af te betalen, Ben spaarde voor een Harley en Nico moest maandelijks heel wat alimentatie afgeven. Ze waren dus blij. Dat zag je. Het leken wel kinderen die uitgelaten en veel te wild speelden.
‘Hier, Nico, die is voor u!’ Daar ging de volgende koffer door de lucht. In plaats van de koffers rustig van de transportband af te halen en op het karretje te leggen, smeten ze alles wat niet te zwaar was naar elkaar. De sfeer was goed. De warmte deed de lucht trillen.
‘En hopla, hier is de volgende!’ riep Freddy. Maar Nico en Ben letten niet op. Ze waren de schade aan een koffer aan het bekijken. Ben had die net niet kunnen vangen en er was een hoekje af. Op dat moment viel de zwarte koffer die Freddy enthousiast door de lucht had gezwierd met een klap op het asfalt.
Nico en Ben keken om. Eerst zagen ze hoe Freddy daar stond, met zijn mond open. Hij wees naar de koffer op de grond. Die was opengevallen. Kleren lagen kriskras door elkaar. Maar wat Freddy zo van streek maakte was de grote, witte en vooral erg dode poedel die ernaast lag…
‘Wie steekt er nu zijn hond in de koffer?’ zei Nico. Hij stootte met zijn voet de hond even aan. Die gaf geen reactie. ‘Dat is goedkoper’, zei Ben. Iemand heeft die hond in zijn koffer gestoken om zo geld uit te sparen. Freddy, je hebt een hond vermoord! Miljaar, door onze schuld is dat beest nu dood!’
Zenuwachtig keken ze om zich heen. Er was niemand in de buurt, enkel de spiegeling op het asfalt omringde hen. ‘We moeten dat hier oplossen, mannen, of we zijn onze job nog kwijt. Hoe gaan we dat hier aanpakken?’ Ze keken naar elkaar, hopend dat er iemand de oplossing had. Ben zei: ‘We hebben nog meer dan een uur. Ik ga vlug naar de stad. Daar is een asiel en hebben ze misschien wel dezelfde hond. We steken die in de koffer en doen dat dood beest weg. Daarna gaat de koffer gewoon mee met de andere bagage op de transportband. Ok?’ Nico en Freddy knikten. Iets beters konden ze niet bedenken.
In de luchthaven zat een oudere vrouw. Haar verblijf in Benidorm was tegengevallen. Fluffie, haar oogappel, was ziek geworden. Eerst dacht ze dat hij wat last had van de warmte, maar de dag erna lag hij dood op haar bed. Ze wou Fluffie niet achterlaten in Spanje. Ze wou hem begraven in haar tuin. Zo kon ze bij hem zijn, elke dag. Ze had er niets beter op gevonden dan de hond in haar koffer te steken.
Ben was ondertussen terug en had veel moeite om de witte hond in de koffer te krijgen. Het was dan wel geen echte poedel, maar hij toonde toch wel wat gelijkenissen. Ben hield de hond in bedwang en Nico en Freddy sloten voorzichtig de koffer. Zonder nog één woord te zeggen legden ze samen de koffer op het karretje.
In de bagagezaal draaide de carrousel rustig verder. Eén voor één werden de koffers opgepikt door hun eigenaars. Thuisgekomen zouden ze opengedaan worden. De vrouw had geen haast. In gedachten zocht ze een plekje uit voor Fluffie…

3 opmerkingen:

  1. Tanneke, dit is je reinste Roald Dahl. Ik bedoel, het is natuurlijk van jou maar qua stijl. Kan ik je een beter compliment geven?

    Ik zie nu in gedachten het gezicht van die vrouw die haar koffer open maakt. Amaai en Awel....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jeetje, wat een geweldig verhaal. Die vrouw schrikt zich een hoedje als er een levende hond uit die koffer komt. Prachtig gedaan.

    BeantwoordenVerwijderen

Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!