Ze staan daar, in het donker. Sommigen alleen, anderen in trosjes. Ze hebben weinig met elkaar te maken. Hoewel ze soms met een vijftiental zijn, staat ieder toch op zijn eilandje. Het is oktober. Dan staan ze met hun schouders wat opgetrokken, hun hoofd zoveel mogelijk in hun jas. Ze schermen zich af tegen de kou 's morgens. Anderen zonderen zich af van hun omgeving door hun mp3-oortjes. Vaak kan je horen wat zij horen. Gratis. Je hoefde het zelfs niet te vragen.
Soms zie je hen de gsm bovenhalen en zie je razendsnel die duim over het toestelletje gaan om berichtjes te schrijven. Naast hen doet iemand anders net hetzelfde. Je vraagt je af of ze naar elkaar sms-en...
Hun houding is bijna altijd dezelfde: gelatenheid en verveling. Wie kan, leunt ergens tegenaan en staat wat onderuit gezakt. Af en toe heft er iemand het hoofd op, zonder veel verwachting. Daarna verdwijnt dat hoofd weer in de kraag van de jas. De gedachten worden weer afgesloten. Het wachten gaat gewoon verder.
De meesten zijn jong. Ze lopen wat gebukt onder hun eigenwijsheid.
Anderen zijn zeker dubbel zo oud en voelen zich niet erg op hun gemak. Onwennig kijken ze rond, naar die jongeren. Onzeker of ze hen wel kunnen vertrouwen. De donkere morgen verstevigt hun twijfel.
Dan heb je nog de hele jonge gevallen. Zij kunnen dit nog niet alleen. Ze worden vergezeld door één van de ouders, meestal hun moeder. Ook hier is de variatie groot. Je hebt de fiere moeder die netjes rechtop staat, mooi gekleed en haar haar al netjes in de plooi. Trots op haar kind, trots op haar taak. Maar je hebt ook de andere moeders: onder die lange jas zie je een pyjamabroek en, ondanks de kou, blote voeten in open slippers. Dan heb je in deze categorie nog eens een opdeling: diegenen die zich niets aantrekken van de fronsende blikken en die, die spijt hebben dat ze niet wat vroeger begonnen zijn om de ochtend van hun lijf weg te werken en niet kunnen wachten tot het wachten stopt.
Eén ding hebben ze gemeen: ze wachten. Allemaal. Kind, tiener, senior, ... iedereen gelijk. Iedereen wacht even lang.
Het donker lost langzaam op. Voeten schuifelen ongeduldig heen en weer. Handen worden uit de jaszakken gehaald om op horloges te kijken. Tassen die op de grond stonden, worden weer in de hand genomen. Men wordt ongeduldig. Eén iemand zet een stap naar voor en steekt zijn nek uit om wat verder te kunnen kijken. De anderen kijken hem meewarig aan. Zij weten dat dat niet helpt.
Hier en daar klinkt een zucht. Iemand knikt instemmend.
Wachten.
Busje komt zo. Hopelijk.
Hallo Tanneke,
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je bezoekje bij platoonline. Vond ik erg leuk. Wat heb jij een bijzondere schrijfstijl. Herkenbaar al duurde het even voor ik begreep waar het tafereel zich afspeelde. Wel, het had op heel veel andere plekken kunnen zijn. Je beschrijft mooi welke trendy gewoontedieren we zijn geworden.
Ik ga hier eens verder kijken
Dank je voor je reactie op ons weblog. En wie bij ons komt, daar komen wij, althans, vandaag alleen Alie.
BeantwoordenVerwijderenIk had meteen het idee dat het over een bushalte ging (waarschijnlijk uit ervaring), maar begon later te twijfelen over een schoolplein. Je schrijft leuk, het leest in ieder geval prettig.
En inderdaad, iedereen wacht, of het nou op de bus is, op de schoolbel, of zelfs op de dood.
Groetjes van Alie
zo levensecht geschreven, bezocht je schrijfsels al eerder, zou het veel meer moeten doen
BeantwoordenVerwijderen