woensdag 21 juli 2010

Ieder diertje zijn pleziertje

Het was een zware dag. Maar ik voelde me goed. Het is niet meer dan normaal dat ik dit deed. Alleen kon hij het niet. Na het werk reed ik onmiddellijk naar Davy. Ik heb eten gemaakt voor hem en hij vond het zelfs lekker... Daarna kuiste ik zijn huis en reed ik het gras af. Toen dat gedaan was, zijn we er aan begonnen. Het nieuwe bed en de nieuwe kasten werden ineen gezet.

Davy kan het niet alleen. Nog geen jaar geleden werd hij ontslagen uit het ziekenhuis. Een zwaar motorongeval. Het leek erop dat hij het niet zou halen. Davy is een vechter en hij vocht. Hard, heel hard. Hij haalde het. Maar hij is daar nu niet gelukkig mee. Ik ging hem ophalen uit het ziekenhuis. Hij liet me niet toe dat ik zijn rolstoel duwde. Hij zou alles zelf doen. Twee verlamde benen en één verlamde arm. Dan is het niet gemakkelijk om voor de eerste keer in een rolstoel te zitten. De koppigheid is het moeilijkst.

Het grootste stuk van de avond hadden we nodig om alles ineen te puzzelen. Davy delegeerde: eerst alles uitpakken en sorteren, dan stap voor stap het plannetje volgen. Het was een onoverzichtelijk gedoe in zijn woonkamer. Vanaf nu zou hij beneden slapen. Alles werd nu zo ingericht dat hij de dingen binnen handbereik had. De bovenverdieping was zorg voor later. De eerste kast stond er al na een uur. Ik was fier op mezelf. Dit had ik nooit eerder gedaan. Maar voor Davy deed ik dat graag. We hadden veel plezier en dat deed deugd. Hij zei dat hij graag een huisdier wou houden. Dat zou hem wat afleiding geven. Hij had al gemaild met iemand en verwachtte snel antwoord.

Eindelijk was alles klaar! Elke kast had zijn vaste plek gekregen. Het bed was opgemaakt. Hier en daar was er al iets in de kast gelegd, een kader teruggehangen, ... Het kreeg vorm. Davy zag dat het goed was. Ik ruimde het verpakkingsmateriaal op. Davy lachtte: misschien moet ik dat bijhouden om binnenkort een hok te maken voor mijn nieuw huisdier. Alles ging netjes gesorteerd mijn auto in. Als ik me haastte kon ik nog naar het containerpark. Daarna naar huis en een ontspannend bad. Dat leek me wel wat!

Middernacht. Het stof en werkzweet was van me afgespoeld. Ik zocht nog iets om te knabbelen. Waarom was ik niet moe? Klaarwakker was ik. Niets interessants op tv. Dan maar even de computer op. Even aanmelden op Facebook. Ha! Davy had hetzelfde gedaan. Maar wat was dat? ‘Ik zoek dringend nog wat planken en ander materiaal om een schuur te kunnen maken. Anders kan ik mijn dieren niet houden.’ schreef hij. Zou hij dan al antwoord gehad hebben? Welk dier wou hij eigenlijk houden? Verdorie! Ik zie hem weer alleen er aan beginnen en dan vloeken omdat het niet gaat zoals het vroeger ging. Weet je wat? Ik mail wat vrienden. We doen dat samen voor Davy.

Zaterdagmorgen om 10u00 stonden we voor zijn deur. Paul had zijn aanhangwagen vol met houten planken. In Eddy zijn koffer staken boormachines, schroefmachines en nog veel meer materiaal. Dat schuurtje zou vandaag klaar zijn. Davy zou de mooiste schuur van heel de wereld krijgen! Met slaapoogjes deed hij de deur open. Zijn mond viel open toen hij ons zag staan. Maar wij hadden geen tijd, het moest vooruit. Alles werd naar de tuin gesleept. Ik keek rond of ik een hond zag, of kippen, of dwerggeitjes of.... Tja, welk dier wou hij eigenlijk?

Davy maakte koffie. In de keuken stond een grote kooi met een prachtige papegaai. Davy keek er naar en dan weer naar mij. ‘Wat gebeurt hier?’ vroeg hij? ‘Davy? Waar wil je die schuur?’ vroeg Paul ondertussen. ‘Is 4 meter op 5 genoeg, Davy?’ vroeg Eddy. Davy schudde zijn hoofd. ‘Davy, Davy, Davy!’ krijste de papegaai. ‘Wat gebeurt er?’ vroeg hij nog eens. ‘Je wou toch een schuur? Je ging toch dieren houden?’ Davy zei niets en keek hoe Eddy en Paul aan het meten waren en druk gebaarden hoe groot de schuur zou worden. ‘Een schuur?’ zei hij, ‘Voor mijn papegaai?’ Ik begreep er ook niets meer van. ‘Je schreef dat gisteren toch op Facebook? Je had materiaal nodig voor een schuur en je had me zelf gezegd dat je een huisdier wou....’ Terwijl Paul en Eddy de eerste palen in de grond klopten, sloeg Davy met zijn goeie hand tegen zijn voorhoofd. ‘Die schuur bestaat niet echt’, zei hij. ‘Ken je Farmville dan niet op Facebook?’ Ik stond aan de grond genageld. Eddy kwam binnen om een pleister te vragen. Paul had op zijn duim geklopt. ‘Davy, Davy, Davy!’ krijste de papegaai...



2 opmerkingen:

  1. :-)

    nu ja tanneke, hij kan in ieder geval op je rekenen in tijden van nood, jij bent een echte "echte" vriendin voor hem, daar kunnen der een paar nog wel heel veel van leren zeg.

    dank je wel voor je lieve reactie en steun,
    je bent een schat
    xxx

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vijfendertig jaar geleden heb ik voor mijn zusje een kast in mekaar geknutseld, en een bed in mekaar gestoken. Plinten tegen de muur, een paar kaders, een paar lampen, enige posters opgehangen. Het was een grote kamer, want ze verwachtte nog gezelschap...

    Drie maanden later, na de begrafenis, hebben we de kast weer gedemonteerd. Het bed ook. Alles verbrand, we konden het niet verdragen dat ze er nog stonden.

    Het was geen misverstand. En leukemie was niet iets om mee te lachen. Facebook bestond niet, en we communiceerden per telefoon, zo een ding met een draaischijf, en per brief. Misverstanden waren anders, maar evenzeer deel van het leven. We zullen nooit weten wie ze zou geworden zijn, we zullen ook nooit weten wie haar baby was, die nooit kind heeft mogen worden...

    Lachen is goed. Een traan ertussendoor is er deel van. Schrijf maar verder. Het doet goed er nog even aan terug te denken.

    BeantwoordenVerwijderen

Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!