Grrr, wat een rotdag! Deze morgen was ze weer zo boos. Sinds ik zelfstandige ben, kan ik niets meer goed doen. Ik werk te veel, zegt ze en ik doe te weinig thuis. De rekeningen zijn niet betaald en ze moet alles alleen doen. Grrr, en ik maar werken en werken en dan is het nog niet goed. Haar ochtendhumeur betert er ook niet op. Nu dat rotklusje hier bij die bejaarde dame. Die is duidelijk eenzaam. Babbelen dat die doet! Alsof ik tijd genoeg en niets anders te doen heb. Ze vergeet ook precies alles. Ze heeft al 3 x gevraagd of ik een tas koffie wil. Vijf minuten later brengt ze me dan een tas, terwijl ik ‘neen, dank u’ gezegd heb. De vorige twee staan hier ook nog en de koffie is niet te drinken...
Ik zal er maar eens aan beginnen zeker? Ik haat vast tapijt leggen. Echt een rotjobke is dat. Al haar meubels moesten ook nog aan de kant en al die prulletjes van beeldjes op haar kasten... en maar tateren ondertussen. Ze heeft ook vanalles laten vallen en ze praat precies tegen zichzelf. Maar toch liever dit dan ’s morgens een hoop verwijten en een ochtendhumeur op mijn bord krijgen. Allez, ze is daar weer. Om te vragen of ik een tas koffie wil. Miljaar, dat wordt een lange dag, vrees ik!
Alles ligt klaar, nog even kijken: tapijt, lijm, mes, ok, ziet er goed uit allemaal. Als ik nu even door kan werken, kan ik straks nog naar de bank en dan vlug wat rekeningen betalen. Hopelijk is haar ochtendhumeur dan over... Lap, telefoon! Het is ook altijd iets. Pff, ze belt om te zeggen dat ik de kinderen van school moet halen. Ze moet gaan winkelen. En ik maar werken om rond te komen...
Allez, vooruit met de geit! Meten, snijden en beginnen. Tempo! Ai, nee, nu is die madam daar weer. Toch weer niet om te vragen of ik een tas koffie wil, zeker? Ik heb juist de inhoud van de vorige pot in de bloempot omgekieperd. Ha, het is om te zeggen dat ze even weg is. Naar de dierenwinkel om de hoek en naar de kapper. Goed zo! Dan kan ik eindelijk doorwerken.
Ok, beginnen in de hoek. Alles netjes gelijk leggen. Pfff, daar heb je het al. Die muren lopen hier niet recht. Dat wordt weer prulwerk. Enfin, even concentreren. Als het begin goed is, dan volgt de rest wel. Nu die madam weg is, kan ik vlug een sigaretje rollen. Als ik het raam openzet, zal dat wel niet opvallen zeker? Maar enfin, waar is mijn tabak nu? Ik heb die toch meegenomen? Niet in mijn broekzak, niet in mijn hemd, niet in mijn jas. Wat een dag, zeg! Ha, hier ligt ‘m. Waarschijnlijk uit mijn hemdzak gevallen toen ik me bukte om dat tapijt uit te rollen. Ah, dat doet deugd. Rust en stilte en een sigaretje.
Zo laat al? En die madam is nog niet terug? Die is wel lang weg, vind ik. Ach, niet erg, zo kan ik beter doorwerken. Nog een klein uurtje en ik ben klaar, denk ik. Wat een gedoe met dat tapijt, zeg. Ik kreeg dat maar niet mooi gelijk. En als ik mijn handen vol lijm heb, belt ze natuurlijk weer. Ik was te laat om op te nemen. Mijn gsm laten vallen ook nog. Bijna in de lijm. Alles afgeveegd en teruggebeld. Dan was ze lastig omdat ik niet had opgenomen. Het was om te zeggen dat ik de klok in het oog moest houden want de school is bijna uit. Alsof ik dat zelf niet weet...
Oef! Klaar! Het ziet er goed uit. Maar wat is dat? Tegen de rand zit een bobbel. Hoe kan dat nu? Ik heb dat niet gezien toen ik daar bezig was? Zou dat zijn omdat dat in de schaduw ligt? Grrr, waarom toch? Ik moet eigenlijk vertrekken om de kinderen af te halen. De bank kan ik wel vergeten, dat lukt me niet meer. Wat nu? Dat losmaken? Dat komt niet goed, vrees ik. Ik ook altijd met mijn grote mond. Ik heb dat nog maar één keer gedaan, vast tapijt leggen, ziet ge nu wel wat er van komt?
Eerst een sigaretje rollen en eens bellen naar mijn schoonbroer. Die weet wel raad met dit geval. Waar is mijn tabak nu weer? Weeral kwijt? Het zit me echt niet mee vandaag. Ik zal al maar bellen en ondertussen kan ik dat pakje tabak wel zoeken.
Slimme gast, die schoonbroer van mij. Hij zegt dat ik dat goed moet platkloppen. Daar komt toch een kast over en die madam gaat dat nooit zien. Die bobbel is mijn pakje tabak. Dat kan niet anders, want ik kan ‘m nergens vinden. Vlug de hamer erop en niemand weet ervan. Madam is ook terug thuis. Haar nieuw kapsel is geweldig: het is zo lichtroze van kleur en er zit een zwierige golf in. Ze zit in de keuken wat te rommelen en te praten tegen zichzelf.Klaar! Vlug inpakken, centen ontvangen en naar school. Madam kan haar portemonnee niet vinden, precies. Het duurt weer lang! Ha, daar is ze. Ik krijg er nog wat extra bovenop omdat ik haar meubels zo netjes heb teruggezet. Die bobbel heeft ze gelukkig niet gezien.
‘Meneer’, zegt ze. ‘Hebt gij mijn hamster niet gezien? Ik heb zijn kooi verzet deze morgen en het deurtje is opengegaan. Nu vind ik hem niet meer.’ Nee, ik heb geen hamster gezien. Dus daar praatte ze de hele tijd tegen, tegen die hamster. Ach, jammer. Dat beestje zal wel terug opduiken. Wel vervelend als je iets kwijt bent. Ik heb ook veel gezocht naar mijn pakje tabak vandaag.
whahaaa, heerlijk verhaal, tanneke!!
BeantwoordenVerwijderendie bobbel trekt vanzelf weg! :-))))
Dit is veel leuker dan het korte mopje dat ik ken.
BeantwoordenVerwijderen