dinsdag 4 mei 2010

AfscHuwelijk

Er was iets mis! Ik wist niet wat, maar er was zeker iets mis. Ik keek om me heen. Het was diep in de nacht. Alles leek rustig. Ik keek rond in die zwarte stilte. Langzaam kwam ik uit bed. Ik voelde het: het was mis. Op de tast ging ik naar de gang. Daar bleef ik staan. Ik hoorde niets. Ik zag niets. En toch...

Volledig geruisloos ging ik de trap af. Het was ijzig koud. Ik rilde. Maar niet van de kou. Zo stil mogelijk deed ik de deur naar de woonkamer open. Hier was het al even donker. Alle rolluiken waren naar beneden. Eén groot zwart gat was het. Weer bleef ik staan. Ik hoorde niets. Ik zag niets. En toch...

Links van me was de deur naar de keuken. Ik zocht de deurklink met mijn hand. Het koude metaal deed me nog meer rillen. De voordeur trok eerst nog mijn aandacht. Die was zeker op slot. Dat moest wel, want die oude deur had de gewoonte om te pas en te onpas open te waaien. Dat stelde me al wat gerust. Maar de achterdeur? Hoe lang was dat geleden dat die nog op slot was gegaan? Ik moest gaan kijken. Liever mijn angst onder ogen zien dan te blijven wachten en doodsangsten uit te staan. Het was me overdag nooit opgevallen dat die keukendeur zoveel lawaai maakte. De zwarte stilte werd doorkliefd. Ik voelde de tegels onder mijn blote voeten. Nog een paar stappen en ik bereikte de achterdeur. Ik bleef staan. Ik hoorde niets. Ik zag niets. En toch...

Een herkenbaar geluid! Het klepperen van het kattenluikje. Tito was thuisgekomen. Een echte kater komt niet voor 4u ’s ochtends thuis. Hij fleemde langs mijn benen. Ik kreeg kippenvel. Hij miauwde naar me. Wat deed ik hier ook op dit uur? Een flauw glimlachje verscheen rond mijn mond. Het zal wel niets geweest zijn. En toch...

Ik draaide me om. Slapen zou niet meer lukken, maar een warm bed zag ik wel zitten. Nog een paar stappen en ik kon aan het knopje van het licht. Toen voelde ik het. Ik voelde een adem. Ik hoorde het ook. Gejaagd, oppervlakkig. Er stond iemand achter me! De warmte van dat lichaam gloeide door mijn nachtkleedje. Ik bleef staan. Machteloos werd ik gewaar hoe mijn lichaam versteende. Volledig verlamd van angst stond ik daar. Niet wetende wat er zou komen.

De voorbije dagen flitsten aan mij voorbij: alleen gaan slapen, alleen opstaan, alleen koken, alleen eten. Deze morgen had ik een halve dag verlof. Niet voor mijn plezier, nee, jammer genoeg niet. Gestrest door het ochtendverkeer kwam ik toe op de rechtbank. Het uitspreken van een echtscheiding is bijna een formaliteit. Maar het schudt je emotioneel ferm door elkaar. Toen ik terugreed naar het werk had ik bijna een aanrijding. Daarna de lieve collega’s die me wat opvingen. En dan naar huis. Alleen. Er zat weer een brief in de bus van hem. Ik lees ze niet meer. Het is voorbij. Hij moet me loslaten. Korte flitsen van deze dag schoten voorbij. Hoe ik de documenten voor de scheiding op tafel smeet, samen met die stapel brieven van hem. Mijn trouwring. Een huilbui er bovenop.

Die adem kwam dichterbij. Ik wou roepen, mijn angst uitschreeuwen, maar er kwam geen klank uit mijn mond. Die ademhaling werd sneller, mijn hartkloppingen werden hoorbaar. Ik wist wie het was! Het kon niet anders. Een man die afgewezen wordt, gekrenkt is in zijn eer, een zieke man... Mijn ex-man! Ik kon het niet meer verdragen. Nu kon ik hem ook ruiken. Dat maakte me zeker van mijn stuk. Met dit inzicht kreeg mijn angst gewonere proporties. Ik zou hem eens iets laten zien! Als ik me nu plots omdraai zou ik hem verrassen. Mijn eerste uppercut uit mijn leven zou ik hem geven. Het zou raak zijn! Wacht maar. Ik zou tot 3 tellen en dan...

Bonkende hoofdpijn en Tito, die tegen dat hoofd kopjes gaf. Zo werd ik wakker. Het was al licht. De telefoon ging. Ik probeerde recht te staan. Alles deed pijn. Hier en daar een blauwe plek. Ik zette me aan de tafel. De documenten waren weg, samen met de brieven. De ring ook. Alleen de huilbui lag er nog.

4 opmerkingen:

Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!