zondag 13 december 2009

Leut


Ze hebben me hier weer ergens gezet. Weer naast dienen ene die altijd zit te mompelen. Ik kan hem niet uitstaan. En ik kan niet weg. Smerig is dat. Het uitzicht stelt ook niet veel voor. Ik kijk wel uit op een raam, maar dat kijkt uit op een muur. Triestig is het!

Daar is die man weer. Hij komt elke week onzin vertellen. Soms heeft hij een vrouw en een kind mee. Soms is hij alleen. Als hij er is, dan moet ik blij zijn, zeggen de verpleegsters. Maar ik weet niet waarom ik blij moet zijn. Ik ken hem niet. Ik ken die vrouw niet. Ik ken dat kind niet. Moet ik dan blij zijn omdat die zoveel onzin vertelt? Of omdat hij vertelt over iemand die ik niet ken? Het is een dikke zagevent. En waarom komt die elke zondag? Wordt hij daarvoor betaald? Dat hij maar vlug weggaat, die man. Ik heb hem niks te vertellen. Als hij weggaat, zegt hij tegen de verpleegster: hij gaat precies snel achteruit. Maar ik kan niet achteruit. Ik blijf waar ik ben of ik blijf waar ze me neergezet hebben. Kon ik maar achteruit. Een ander uitzicht en iemand anders naast mij in plaats van die mompelende gek in zijn rolstoel.

Zou het koud zijn buiten? Is het juni of december? Ze komen ons weer weghalen. Wie heeft er zin in een tasje koffie? Slappe koffie, is het. Daar heb je geen zin in. Als je dat in een glas giet, kan je er doorkijken. Maar het is beter dan niks. Weer vijf minuten om. Die naast mij gieten ze zijn koffie binnen en doen ze een slab aan. Triestig is het!

Vandaag was hij er weer. Zonder die vrouw of dat kind. Hij geeft me een kus. ‘Dag, papa’ zegt hij dan. En dan vraagt hij altijd hoe het met me gaat. Dan mompel ik ook maar wat. Dat doen ze hier allemaal. Dat hoort zo, denk ik. 'Je zegt zo weinig', zegt die man. 'Ben je hier niet graag?' Plezant is anders: den ene hoort niet goed, den andere ziet niet goed, er is altijd file in de gang door al die looprekjes. Ben ik hier graag? Ben ik ooit ergens anders geweest?

Ik moet altijd mee gaan knutselen. Dan plak ik mijn vingers vol en dan zuchten die vrouwen altijd. Ze kuisen dat dan af, maar dat doet pijn. En den helft plakt er dan nog aan. Wat vroeg hij nu weer? Ha ja, of ik hier graag ben... Na de middag planten ze me in mijn kamer. Het raam zit daar te hoog. Ik kan de lucht zien. Soms is die blauw, soms is die grijs. Ik kan niet zien of de lucht warm of koud is. Dan zetten ze de tv aan. ‘Hier, uw feuilleton’, hoor ik dan. Maar dat is niet van mij. Ik weet niet waar dat over gaat. Dan val ik maar in slaap.

Ik word wakker geschud. Het is die lieve, ik heb die graag. Ik denk dat die me graag ziet. Ze zegt dat ze hier werkt, maar wat zou ze dan doen? Ze maakt mij altijd wakker. En dan is ze lief. Ze brengt mij weer naar de zaal. Sommigen kaarten daar en dan maken ze ruzie. Zo lijkt het toch. Ik doe nooit mee. De spelregels zijn elke dag anders. Ik kan mijn kaarten niet meer vasthouden. Het is echt een lieve, want ze zet mij op een schoon plaatske. Niet naast dienen ene die kwijlt en mompelt. We krijgen wafels. Daar ligt iets onder dat bloemstukje. Een bril.

“Hee, Maurice! Ik heb uwe bril gevonden.” Maurice kijkt niet. Ik zeg het nog eens. “Ik ben niet Maurice, ik ben Roger”, zegt ‘m. “Ah, Roger, dat wist ik niet. Zijt ge van naam veranderd? Ik wil dat ook, want ge kiest uwe naam niet, he. Allez, ik wel, elke dag opnieuw. ’s Avonds kies ik een naam maar die weet ik ’s morgens niet meer. Maar dat is niet zo erg, he, want ze roepen mij toch nooit. Of misschien wel, maar dan weet ik het niet. Vindt gij die koffie ook zo slecht? Hebt gij ook naar den tv gekeken? Ik val altijd in slaap. Maar die wafels zijn wel lekker, he? “Zeg, wilt gij mijne bril dan eens geven?” “Uwe bril? Maar allez, Maurice, hoe kan ik dat nu weten waar uwe bril is?”

4 opmerkingen:

  1. eerste keer op je blogspot, ik klik zonder verder denken "leut" aan, en wordt zonder enige compassie met mijn hele wezen in een situatie gedrukt waar ik dwars mee lig. Geen ontsnappen aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prachtig in de huid van een dementerende gekropen kippenvel

    BeantwoordenVerwijderen
  3. prachtig mooi geschreven..kreeg er kippenvel van..werk zelf met dementerende ouderen

    BeantwoordenVerwijderen
  4. ik hoop dat ik elke dag die ik werk bij dementerende de kracht en inlevend vermogen heb om ze nog en liefdevolle dag te geven dit gun ik ze

    BeantwoordenVerwijderen

Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!