De excursie was gedaan. Tempels en opdringerige kinderen lagen nu ver achter me. Rust. Eindelijk. Er was weinig volk op het terras van het Old Cataract Hotel. De winter in Egypte was mild. Ik bestelde een thee. Van het zicht en de rust genieten was kinderspel.
Hier, misschien wel op hetzelfde plekje, schreef Agatha Christie vaak aan haar boeken. Het was tea-time. Alles was goed: de rust, de sfeer, mijn stemming. Maar waar bleef de thee toch? Een kannetje thee en een koekje zouden nu toch goed passen in het plaatje. Heerlijk was het op dat terras. Hier zou ik ook wel elke dag aan een boek kunnen schrijven...
Een half uur om water te koken en thee te serveren. Is dat niet wat overdreven?
De zon schoof langzaam op. Mijn pen en schriftje lagen voor me op de houten tafel. Een wit blad. Zoveel rust. Een oude man wandelde het terras op. Heel zelfzeker schuifelde hij verder naar zijn tafel. Er bestond geen twijfel over dat hij daar elke dag zijn krant las om 16u00.
Nu zijn er al 45 minuten om. Nog steeds geen thee.
De man knikte me, zonder aan te kijken, toe. Zijn krant legde hij voor zich. Zou hij ook zo lang moeten wachten? Vast niet, hij straalde zoveel waardigheid uit. Dat moet je niet in het Arabisch vertalen. Ook hij bestelde thee. Ik informeerde nog even naar mijn bestelling. Een glimlach als antwoord stelde me gerust: de thee kwam eraan.
Mijn papier bleef wit, mijn vulpen onaangeroerd. Ik keek, was geduldig en mijmerde over hoe Agatha Christie hier haar pen hanteerde. Een uur zat ik daar. De oude man was opgestaan. Hij had ook geen thee gekregen. Ongemerkt verdween hij. Bij wijze van protest liet hij zijn krant achter. Ongelezen.
Ik glimlachte en dacht aan de schrijfster. Nu begreep ik het: als je zo lang moet wachten op je thee, begin je vanzelf een boek te schrijven...
Hier, misschien wel op hetzelfde plekje, schreef Agatha Christie vaak aan haar boeken. Het was tea-time. Alles was goed: de rust, de sfeer, mijn stemming. Maar waar bleef de thee toch? Een kannetje thee en een koekje zouden nu toch goed passen in het plaatje. Heerlijk was het op dat terras. Hier zou ik ook wel elke dag aan een boek kunnen schrijven...
Een half uur om water te koken en thee te serveren. Is dat niet wat overdreven?
De zon schoof langzaam op. Mijn pen en schriftje lagen voor me op de houten tafel. Een wit blad. Zoveel rust. Een oude man wandelde het terras op. Heel zelfzeker schuifelde hij verder naar zijn tafel. Er bestond geen twijfel over dat hij daar elke dag zijn krant las om 16u00.
Nu zijn er al 45 minuten om. Nog steeds geen thee.
De man knikte me, zonder aan te kijken, toe. Zijn krant legde hij voor zich. Zou hij ook zo lang moeten wachten? Vast niet, hij straalde zoveel waardigheid uit. Dat moet je niet in het Arabisch vertalen. Ook hij bestelde thee. Ik informeerde nog even naar mijn bestelling. Een glimlach als antwoord stelde me gerust: de thee kwam eraan.
Mijn papier bleef wit, mijn vulpen onaangeroerd. Ik keek, was geduldig en mijmerde over hoe Agatha Christie hier haar pen hanteerde. Een uur zat ik daar. De oude man was opgestaan. Hij had ook geen thee gekregen. Ongemerkt verdween hij. Bij wijze van protest liet hij zijn krant achter. Ongelezen.
Ik glimlachte en dacht aan de schrijfster. Nu begreep ik het: als je zo lang moet wachten op je thee, begin je vanzelf een boek te schrijven...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!