De rode cijfers priemen
meedogenloos in het donker. Ze staren me brutaal aan. 4:14, staat er nu. Ik woel
en draai. De slaap komt maar niet. Ik zoek een andere houding, probeer rustig
te ademen en te ontspannen, maar de slaap lacht me uit.
Allerlei trucjes probeer ik: ik
stel me een warme avond aan zee voor en beeld me het zachte ruisen van de
golven in; ik tel de seconden als waren het schaapjes, ik adem trager en
rustiger. Maar niets helpt. Het donker omringt me en ik hoor het ruisen van de
stilte.
Mijn hand rust op mijn buik. Langzaam
volgt die mijn ademhaling. Op en neer. Bewust. Dan word ik mijn hartslag
gewaar. Onrustig en veel te snel. Mijn hand schuift hoger. Op zoek naar die
kloppende motor. In overdrive, duidelijk.
Ik concentreer me er op, probeer
een snelle revisie te doen en regelmaat af te dwingen. Het geluid van het
kloppen zwelt aan. De hele kamer lijkt er mee gevuld. Het bonzen wordt
beangstigend. Koppig hou ik vol. De rode cijfers zijn al zestig keer veranderd.
En dan…
Dan merk ik het. Het gaat trager.
Veel trager. Maar het trager gaan, gaat veel te snel. Er zit een zee van tijd
tussen elke hartslag. Het duurt zo lang dat ik vergeet waar ik gebleven was met
het tellen. Mijn hand zoekt naar het deinen van mijn buik, maar vindt een
windstil meer in plaats van een deinende zee.
Mijn lichaam lijkt volledig weg
te zinken in de matras. Ik verdwijn en wordt opgeslorpt. Het kloppen stopt. De rode
cijfers doven uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!