vrijdag 18 juli 2014

Bootsman


Ik ken je niet, maar ik voel een ongekend verlangen om meer te willen.
Woorden razen als een waterval door mijn hoofd en houden me voor de gek.
Ik verstar. Ik verstom.
Langzaam voel ik mezelf wegglijden.
Ik kan niet verlangen.
Mijn ziel is een bootswrak, met een paar gaten in het ruim.

Ik zink, eindeloos diep, gevolgd door ogen die me kennen.
Een hand reikt naar de mijne maar het voelt alsof ik niet meer terug kan.
Mijn gemoed trekt me dieper en dieper en lijkt mezelf uit te wissen.
Mijn luchtbel raakt langzaam op.

De diepte onder me trekt meedogenloos.
Toch ik voel een licht verzet.
Een kleine opstand welt in me op.
Muiterij aan boord.
Ik trappel, wil ontsnappen aan die leegte, strek me naar die vingers in de verte.
Ze zijn er nog.
Ze hebben niet opgegeven.
Ze trekken me terug aan boord.

Ik vroeg je: Neem het roer van mijn zinkende boot even over.
Ik ben het noorden kwijt.
Zet koers naar een veilige haven.
Haast je niet, vaar met de wind, doe het langzaam, maar met vaste hand.
Zing me onderweg een zeemanslied, vol hoop en passie.
Zeg me dat we er geraken, ook al beukt de storm tegen de gehavende boeg.

Je keek naar me en zei: je hebt genoeg gestreden. Het is tijd om aan land te gaan.
De oorlog met jezelf verlangt naar een wapenstilstand.
Je bent de overwinnaar, maar je beseft het nog niet.
Je status van drenkeling is voorbij.

In de verte daagde de haven.



4 opmerkingen:

Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!