vrijdag 25 april 2014

Vergeet-mij-nietje


Er was eens een ridder. Niet zomaar een ridder, maar zo een echte, stoere ridder met een mooi blinkend harnas. Hij was hip en modern. Zijn harnas was altijd naar de laatste mode, net als zijn haarsnit. Hij besteedde aan beiden veel tijd. Ook zijn paard verzorgde hij goed. De zadeldeken en de kleur van zijn pluimen op zijn helm, kwamen altijd overeen. Ik zei het je toch: het was niet zomaar een ridder.

Elke week ging hij wel naar een toernooi en het gebeurde maar zelden dat hij verloor. Het was niet dat hij per se wilde winnen. Hij was gewoon goed. Of de anderen waren slechter. Hij deed gewoon zijn stoere best en ja… dan won hij.

Maar op een stralende lentedag verloor hij toch wat. Nee, niet een steektoernooi, dat had hij weer op zijn sokken gewonnen. Maar toen hij zijn trofee in ontvangst mocht nemen bij een adellijke jonkvrouw, toen verloor hij zijn hart. Nog nooit in zijn hele leven had hij zulke mooie ogen gezien. Nog nooit had hij zo een stralende, gladde huid gezien. Haar haren golfden in de wind en haar stem klonk als honderd nachtegalen. De ridder was helemaal verloren. Hij bleef maar kijken in haar ogen en hij zag dat ze lichtjes bloosde onder zijn belangstelling.

Zoals het een hoffelijke ridder betaamt, liet hij een paar dagen later een handgeschreven brief aan haar bezorgen. De brief was verzegeld en zijn zegelring had er zijn initialen ingezet. De ridder had wel een uur zijn best gedaan op zijn sierlijkste krullen. Over de inhoud had hij enkele nachten wakker gelegen, met luid kloppend hart. Maar hij was tevreden toen hij zijn page nakeek.

Een adellijke jonkvrouw weet wel hoe ze met dit soort brieven moet omgaan. Ze schreef niet meteen een antwoord, maar wachtte even af. Ook haar hart klopte luid toen ze aan haar antwoord schreef. Ze had weinig moeite met sierlijke krullen.

Het duurde niet lang of de jonkvrouw stemde in met een wandelingetje aan het water. Ze zou vergezeld worden door haar hofdame, die zichzelf wel zou oplossen op de achtergrond. Ze hadden er erg naar uitgekeken. Je weet wel, dat noemen ze dan verliefd zijn…

De uren kropen voorbij. De ridder vulde die met het voortdurend opblinken van zijn mooiste harnas. Hij keek alles wel honderd keer na voor hij vertrok en hij zag dat het goed was. Hij zou zeker indruk maken op haar als hij toekwam in volle uitrusting. Zijn hart ging hevig tekeer.

De jonkvrouw was erg onder de indruk. Het was zo een mooie ridder en hij wou met haar gaan wandelen aan het water. Haar geluk kon niet op. Toen hij afsteeg van zijn paard maakte hij voor haar een diepe buiging. Hij was erg fier dat er geen enkel onderdeeltje in zijn harnas piepte of kraakte. Zo hoorde het. Hij gaf de jonkvrouw een arm en ze slenterden langs de oever van de rivier. De jonkvrouw vond het koude metaal van zijn arm niet zo fijn, maar als ze in zijn ogen keek, was dat al gauw vergeten. Voor haar mocht die wandeling nog uren duren.

Ze zeiden niet veel, maar het voelde zo goed. Toen ze eventjes pauzeerden – zo een harnas weegt wel wat, weet je – liep de ridder naar de oever. Hij plukte er enkele kleine, mooie blauwe bloemetjes. Handig als hij was, schikte hij het tot een mooi boeketje. Ondertussen dacht hij na hoe hij zijn liefde aan haar zou verklaren als hij haar het bloementuiltje zou overhandigen. Met een vrolijke zwier draaide hij zich om, maar… hij struikelde.

De ridder viel pardoes in het snel stromende water. Zijn harnas, blinkend in de voorjaarszon, maakte het hem onmogelijk om te zwemmen. Erger nog: het maakte hem zo zwaar dat hij spoedig zonk. De jonkvrouw zag nog enkel zijn hand met de bloemen. Heel even kwam zijn hoofd terug boven water.

‘Vergeet me niet!’ riep hij. Daarna werd het heel stil…





3 opmerkingen:

Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!