woensdag 20 juli 2011

Stank voor dank

We waren meer dan 20 jaar gelukkig getrouwd. Er ging geen dag voorbij zonder een knuffel of een kus. We hadden het goed samen. Ik had nooit gedacht dat het ooit zou eindigen. Het leek me zo evident dat we tot op het einde van onze dagen bij elkaar zouden blijven. In ieder geval had ik geen behoefte aan verandering. Voor mij was het goed zo. Het was een goed huwelijk. Standvastig.

Moest ik blij zijn toen hij zo eerlijk was om te bekennen dat hij verliefd was? Verliefd op een andere vrouw. Niet meer op mij. Ik kende ze zelfs. En ik haatte haar. Ze had mijn man afgenomen. Zomaar, zonder meer. Ik probeerde hem om te praten: het was maar een bevlieging, een dipje in onze relatie. Heel voorzichtig probeerde ik het woordje ‘midlife-crisis’ even. Maar het hielp niet. Hij was verliefd. Erg verliefd. Zij maakte hem helemaal gek. Ik herkende hem niet meer. Mijn man was weg. In de plaats was er nu een man met het uiterlijk van een veertiger, maar met de gedragingen van een jonge twintiger. Ik kon zijn nabijheid niet meer verdragen maar wou hem toch nog niet kwijt. Ik probeerde hem te tolereren, om te praten, terug te winnen. Het was een hopeloze strijd.

De papieren lagen op tafel. We zouden scheiden. Het was zo onwezenlijk. Ik wist dat hij niet gelukkig zou zijn met haar. Hij moest bij mij blijven. Hij had er geen oren naar. Zij nog minder. Ik wou niet in het huis blijven. Er hingen teveel herinneringen aan vast. Herinneringen aan onze mooie tijd samen. Hoe kon hij dat toch zo maar opzij zetten? Zij had de onbeschaamdheid om dezelfde dag in ons huis rond te lopen en kritiek te geven: ‘och schatje, hoe heb je het hier kunnen uithouden? Wat een lelijke meubels! Wat een oubollige inrichting! Laat mij maar doen en ik maak er een gezellige nestje van voor ons twee. Ooooooh, kijk nu toch wat een aartslelijke gordijnen, lieve help! Die doe ik er meteen af!’ Mijn bijna ex-man hield haar tegen. Ze moest nog even geduld hebben, zei hij.

Ik verhuisde, pakte de dingen die me lief waren in. Dat was niet erg veel. Ik wou opnieuw beginnen, zonder herinneringen. Het laatste werkje was het leegmaken van de diepvries. Daar staken nog drie zakken scampi’s  in. Zijn lievelingskostje. Maar ik zou ze niet meer maken, want ik heb nooit scampi’s gegeten. Het zweet brak me uit als ik me voorstelde hoe zij voor hem kookte, hoe zij voor hem scampi’s bereidde, hoe ze samen ..... Ik voelde zo een intense woede, wrok en haat dat ik de handdoek die ik vasthad boos wegsmeet. Ik huilde.
De handdoek was blijven hangen aan de gordijnroedes. Mijn mooie gordijnen, waarmee zij zo gelachen had, had ik al ingepakt. De zware, koperen roedes bleven hangen. Plots kreeg ik een ingeving... Ik nam een stoel en vees het uiteinde van de roede eraf. Die was helemaal hol. Perfect om diepgevroren scampi’s in op te bergen. Ik verdeelde de inhoud van de drie zakken over alle gordijnroedes in huis en vertrok. Zonder om te kijken.

Het liefdesnestje was kort daarna vlug heringericht. Maar na enkele weken begon het in huis zo te stinken dat het nieuwe koppel hulp inriep. Het hele huis werd onderzocht, maar er werd niets gevonden. Er zat niets anders op dan te verhuizen. Alles werd ingepakt. De man vees zorgvuldig de gordijnroedes van de muur. Die zou hij vast en zeker opnieuw kunnen gebruiken in hun nieuwe huis...

16 opmerkingen:

  1. Wat een verhaal! Echt geweldig!!!
    Groetjes Elisabeth

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Complimenten, wat een waanzinnig goed verhaal!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Je hebt jezelf weer overtroffen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zo hey, dat is nog eens wraak nemen... helemaal geweldig dit... wat een geweldige wending heb je er aan gegeven...

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Het was zo herkenbaar voor mezelf omdat ik in dezelfde situatie zit. Bij de laatste zinnen begreep ik dat het fictie was. Leuk gevonden.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. whew Tanja, das de max wel!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Dit is één van mijn favorieten op je blog ! Je zakt helemaal mee in de put waar de bodem net werd uitgeslagen door de 'hij', alsof je 'ik' bent. Ontredderd, teleurgesteld, gekwetst. En dan een goed bedachte, geloofwaardige, grappige, verrassende revanche, die helaas niets fundamenteels kan herstellen, behalve dan duidelijk maken dat 'ik' niet zo hulpeloos is als ze lijkt. Ik kreeg er binnenpretjes van :-), al zitten we hier toch wel midden in een persoonlijke tragedie.
    Heerlijk genoten.
    Knap geschreven.
    Dit smaakt naar meer.

    BeantwoordenVerwijderen

Reactie krijgen op een schrijfsel is het teken dat je gelezen wordt! Dank je wel hiervoor!