Mijn handen rustten op de rand
van het aanrecht. Ik had mijn keukenschort weer omgeknoopt. De emoties die door
me heengingen kon ik zelfs niet omschrijven. Mijn blik stond op oneindig,
starend naar het warme water dat zich mengde met het afwasmiddel in de
spoelbak. Barts vraag of hij kon helpen met de vaat, had ik zelfs niet gehoord.
Het gevoel dat overheerste was dat van het willen verdwijnen. Ik wou hier niet
zijn. Deze situatie kon ik niet aan en dus ging ik ze liever uit de weg. Maar een
vrouw die tijdens het diner op dit uur haar huis verlaat? Dat zou ik met geen
enkel excuus kunnen verantwoorden… Het water stroomde ondertussen over de rand
van de spoelbak.
Een arm gleed tussen mijn
middel en mijn arm door. Een warme hand nestelde zich zachtjes op mijn buik. Een
andere arm ging ook langs me heen en draaide de kraan toe. ‘Het eten was
heerlijk’ hoorde ik vlak in mijn oor. De stem van mijn man. Ik knikte even,
opgelucht. Mijn hoofd leek een reset te doen en ik kon weer denken. De twee
mannen namen een vaatdoek en hielpen me, ondertussen keuvelend over het werk en
de laatste zakenreis en de aan te raden hotels. Het leek wel of ze me vergeten
waren.
Het werd weer een slapeloze
nacht. Allerlei scenario’s rolden aan mijn ogen voorbij. Maar geen enkel was
goed, geen enkel gaf me voldoening of de zekerheid dat het het juiste was. Wat doen
andere vrouwen in zulke situaties? Vertellen ze alles aan hun beste vriendin? En
als ze dat doen, biedt dat dan een oplossing? Het maakte me zo eenzaam, zo
onzeker… Hoewel ik nog steeds vlinders voelde als ik aan Bart dacht, was er ook
wat anders: ongenoegen, boosheid, frustratie. Hij was niet fair. Niet tegenover
mij, maar zeker niet tegenover mijn man. Ik zuchtte eens diep, trok de deken
onder mijn kin en kroop dicht tegen hem aan. Zijn arm gleed vanzelf over me
heen en hij trok me wat dichter. Ik gaf me over aan de slaap.
De volgende ochtend kwam traag
op gang. Ik moest niet naar het werk en had het huis voor me alleen. Het stond
vast dat ik wat afleiding moest hebben vandaag. Na de was en het stofzuigen
leek het wel of ik op de rand van een kloof balanceerde. De kloof tussen
afleiding en piekeren. Toch voelde ik me sterk. Ik was vastberaden. Keuzes waren
vroeger al gemaakt en ik hield me er aan. Kordaat trok ik mijn schoenen aan en
stapte ik tot bij hem. Ik zou geen kop thee drinken, ik zou niet binnen gaan,
ik zou kort en krachtig mijn mededeling doen.
Weer lag mijn vinger op de
deurbel. Geen twijfels nu, pepte ik mezelf op. Ik voelde hoe hart en hoofd
vochten. Wil je dit wel? Ben je wel zeker? Vlinders protesteerden in mijn buik.
Ik hoorde de bel overgaan. Geen reactie. Zijn auto stond er nochtans. Ik belde
nog een keer aan. Weer niets. Zou ik rond zijn huis stappen? Zou hij in de tuin
zitten? Nog één keer zou ik proberen en dan was het wel goed geweest. Vreemd genoeg
was ik bijna opgelucht… Daar ging mijn vastberadenheid, ze loste op als een
verdwaald regendruppeltje op een veel te warme dag.
Nadat ik nog eens lang op de
bel gedrukt had, ging de deur plots open. Bijna was ik omgekeerd en weggegaan. Het
was uiteraard Bart die opendeed, zijn hemd hing half uit zijn broek, een
knoopje teveel was losgeknoopt. ‘Ah, hallo’ zei hij. ‘Ik had je niet euh…
verwacht.’ Dit had ik ook niet in mijn scenario’s opgenomen. Had ik hem wakker
gemaakt? Wat nu?
‘Bart? Kom je?’ hoorde ik
vanuit de woonkamer. Bart keek over zijn schouder om en terug naar mij. Er verscheen
weer een zenuwachtig trekje om zijn mond. ‘Bart?’ hoorde ik nog eens. Een vrouw
stapte uit de woonkamer. Ze trok snel haar truitje goed toen ze me zag staan en
ze giechelde even. Mijn blik ging van hem naar haar en terug. Hij keek me enkel
strak aan.
‘Ik kom een andere keer wel
eens langs’ zei ik. Vlug draaide ik me om en snelde naar huis.
this is the end , my only friend " the end " ;-)
BeantwoordenVerwijderenOesje...en wat nu??? C
BeantwoordenVerwijderen