vrijdag 5 juni 2020

Nabijheid



Het is niet de bleke maan die me opwindt
Of de sluierwolken die me benevelen,
Het is jouw nabijheid.

Het is niet jouw zachte stem
Of de lieve woorden die je spreekt,
Het is jouw nabijheid.

Het zijn niet mijn zoete dromen
Of onze verstrengelde armen,
Het is jouw nabijheid.

Het is niet het flakkerende kaarslicht
Of de rode gloed van het glas wijn,
Het is jouw nabijheid.

Het is niet het stevig vasthouden
Maar wel het echte voelen
Van jouw nabijheid.


Foto: Vefa Arikan  

donderdag 4 juni 2020

Je zag het niet



Keek je naar mij toen ik in het voorjaar bloemenzaad in mijn handen had 
en bij de eerste zachte bries het liet wegwaaien door het raam?
Zag je hoe de zaadjes zachtjes landden in onze tuin en hun eigen plekje vonden?
Zag je hoe ik goedkeurend knikte en genoot van hoe de bloemen bloeide in de lente?

Luisterde je naar me toen ik niets meer te zeggen had?
Hoorde je hoe ik zachtjes droevige liedjes voor je neuriede?
Heb je de pijn gevoeld bij elk deuntje?
Heb je mijn vraag gehoord om ze bij jou te laten doordringen?

Heb je het zachte gekraak gehoord?
Hoorde je hoe er een barst kwam in onze liefde?
Merkte je hoe die barst groter en groter werd? Heb je de afstand gevoeld tussen ons?
Heb je de angst gevoeld toen we als twee vreemden in elkaars ogen keken?

Je zag niet hoe de bloemen verwelkten.
Je hoorde de stilte niet toen ik geen liedjes meer neuriede.
Je merkte niet dat de bloemen langzaam doodgingen en dat het raam dicht bleef.
Je zag niet hoe ik naar die immense barst keek en besloot dat ze niet meer te lijmen was.

Je zag het niet.




Foto: Cyril-Rana