Koning Krak zat op zijn troon. Zijn
ene arm rustte op de leuning en ondersteunde zijn hoofd. Zijn kroon stond een
beetje scheef. Af en toe zuchtte hij diep. De vorst was niet gelukkig. Hij woonde
nu al zo lang in Wawel, een indrukwekkende burcht op een heuvel, genesteld in
een bocht van de Vistula-rivier.
Toen hij hier zijn intrek nam,
was hij erg gemotiveerd. Hij zou goed zijn voor zijn Poolse onderdanen. Hij zou
op deze plaats een nederzetting doen ontstaan, die snel zou uitgroeien tot een
bloeiende en bekende stad. Zijn volk zou hem bewonderen voor zijn goedheid. Maar
er waren geen onderdanen. In de hele omtrek was geen levende ziel te bespeuren.
Geen huisjes, hutjes, niets. Enkel de burcht was er. Zelfs de weg die naar de burcht liep was bijna verdwenen omdat niemand er gebruik van maakte. Dat maakte Koning Krak erg ongelukkig.
‘Vervloekte draak!’ bulderde
hij door het lege vertrek. Het leek wel alsof de draak het gehoord had, want
heel even daverde de burcht, toen Smok vuur spuwde. De koning stond op en begon
te ijsberen. Het werd tijd dat er verandering kwam. Het moest gedaan zijn met
het ontvluchten van zijn burcht. Hij moest voorkomen dat mensen in een grote
boog om deze plaats heenliepen.
Onder de burcht, in een grote
grot, hield Smok zich schuil. Alles en iedereen die in de buurt kwam, werd
onmiddellijk verslonden. Zijn voorkeur ging uit naar schapen en koeien, maar
die waren bijna allemaal op. Koning Krak vreesde dat heel binnenkort zijn
weinige bedienden, of misschien wel zijn zonen of zijn dochter, eraan moesten
geloven.
De volgende dag stonden zijn
drie zonen en de vijf enige knechten van het kasteel in volledige
wapenuitrusting klaar. Samen zouden ze Smok verslaan. De koning sprak hen moed
in en stuurde hen naar de grot. Even later hoorde hij hoe de draak woest tekeer
ging. Zijn zonen keerden terug, met slechts één knecht. Hun zwaarden waren als
lucifers doorgeknakt, sommigen hadden zware wonden van de tanden of de klauwen
van die gruwelijke draak. Vier knechten hadden het niet overleefd: Smok had hen
verslonden of verkoold. Het enige geluid dat nu overheerste was het smakken van
Smok, die zich tegoed deed aan een onverwachte maaltijd.
Koning Krak besloot om het
anders aan te pakken. Hij stuurde zijn zonen uit naar alle uithoeken van het
land. De boodschap voor de Polen was duidelijk: wie de draak doodde, mocht de
prinses trouwen. Skuba, de schoenmaker, hoorde dit nieuws. Hij was niet zo
geïnteresseerd in de prinses, maar hij hield wel van een uitdaging. Hij bood zich
aan bij de koning en kreeg toelating om een poging te doen.
Skuba slachtte een schaap en
vilde het. Hij maakte een mengsel van kalk, zwavel en brokken vlees en naaide
de vacht weer toe. Net voor zonsopgang legde hij het karkas voor de ingang van
de grot. Smok had het meteen geroken en was heel blij met dit gemakkelijke
ontbijt. Met één hap was het door zijn keelgat verdwenen. De draak had er al
vlug spijt van. De kalk en zwavel verbrandden zijn maag en hij kreeg zoveel
dorst dat hij er gek van werd. Brullend van de pijn sleep hij zich naar de
Vistula. Hij dronk en dronk en dronk tot hij openbarstte. Smok ontplofte in
duizenden stukjes draak, schubben, schapenvacht en spetterende zwavelvonken.
Koning Krak was zeer tevreden:
Skuba reisde liever de wereld rond dan te trouwen met zijn dochter en Smok was dood.
Langzaam maar zeker kwamen de mensen terug en bouwden ze hun huizen rond de
burcht. Krak was een goede koning en de mensen noemden hun stad naar hem:
Krakau.
Als je in de buurt van de Wawel-burcht
rondloopt, kan je de grot van Smok bezoeken. Drakenresten zal je er niet meer
vinden, dat is ondertussen te lang geleden. En, oh ja, die draak aan de ingang
van de grot… die is gewoon van koper. Niet verschieten als hij af en toe eens
vuur spuwt!
Mooi geschreven Tanneke, de etymologie van de naam Krakau.
BeantwoordenVerwijderenWaar zou Gdansk van afkomen? vind ik zo'n mooie naam. Klinkt als een dankbare stad :o)
Leuk verhaal. Is dit de legende van Krakau of jouw versie?
BeantwoordenVerwijderenDe legende van Krakau is eerder iets met een torenwachter, maar dit is een prachtig verhaal Tanneke, heel mooi :-)
BeantwoordenVerwijderen