Het hele land stond voor
een raadsel. Niemand durfde er echt over te praten. Het was een beetje gek en
geef toe: niemand praat graag over zijn achterwerk…
Toch zat daar het
probleem. In de achterwerken. Er werd in gebeten. Soms hard, soms wat zachter, maar
dat kan ook te maken hebben met de toestand en de strakheid van de vele
verschillende billen.
Nu zal je wel willen
weten wie er dan in die billen bijt? Tja, dat was nu net het probleem. Er was
niemand te zien als het gebeurde. En er was nooit iemand in de buurt. Het
gebeurde immers alleen maar op het toilet.
Stel je voor: je gaat
nietsvermoedend een boodschap doen, zet je neer en dan voel je plots ‘knap!’ in
je blote billen. Ik kan je verzekeren dat dat schrikken is. Niet dat ik het
ooit meemaakte, dat niet, maar ik ging wel op onderzoek uit. Ik moest en zou te
weten komen wie die tandafdrukken zette en natuurlijk ook waarom. Wat ik te
weten kwam, was erg verrassend…
Toevallig was mijn
buurman bij de zeer frequente slachtoffers. Ik hoorde hem geregeld een oerkreet
uitstoten, zeker als hij zich weer eens tegoed had gedaan aan de lekkere
pruimen van de boom in mijn tuin. Eigenlijk had ik geen medelijden met hem,
hoor, maar het hele verhaal intrigeerde me wel. Ik kwam het te weten toen hij
weer eens in de tuin aan het telefoneren was. Mijn buurman praat zo luid, dat
hij waarschijnlijk zelfs geen telefoon nodig heeft. Zo kwam ik te weten dat er
op het toilet telkens in zijn billen gebeten werd. Een week later stonden er
gelijkaardige verhalen in de krant. Hier zat meer achter, maar wat?
Ik werkte voor de
technische dienst van de gemeente. Dat maakte het wat gemakkelijker voor mijn
onderzoek. Al snel bracht ik in kaart op welke plaatsen de bijtfrequentie het
hoogst lag. Aangezien het altijd op het toilet gebeurde, leek het me logisch
dat ik een onderzoek zou doen in de riolen die met de locaties overeenkwamen.
Eenmaal afgedaald in het
grote rioolnetwerk, wist ik niet wat ik zag… Er zaten ratten, veel ratten. Maar
dat is niet zo bijzonder. Een riool zonder ratten zou pas bijzonder zijn. De ratten
hadden het erg druk, ze leken zeer georganiseerd. Ik zag een grote rat
instructies geven, groepen ratten naar andere locaties sturen, aantekeningen
maken en af en toe met een kleinere rat een kort praatje houden. Wat gebeurde
hier? Langzaam ging ik dichterbij. Op de wand hing een groot bord, waarin de
huizen boven het riool getekend waren. Sommige huizen hadden een groot, rood
kruis. Andere huizen hadden een groen vinkje. Het huis van mijn buurman had een
rood kruis, dat van mij was blijkbaar in orde.
Het duurde wel even voor
ik het vertrouwen had gewonnen van de ratten, maar eenmaal dat ze doorhadden
dat ik hen geen kwaad deed, stonden ze toe dat ik toekeek op hun werk. Dat was
goed gepland. Bij elk gemarkeerd huis zat een bewaker. Die keek er op toe of
een bewoner een toiletbezoek bracht. Hij waarschuwde vervolgens een bijtrat die
vliegensvlug toesloeg. ‘Knap!’ in die billen. Afhankelijk van het humeur van de
rat of de instructies van de hoofdrat was dat erg, pijnlijk of zelfs tot
bloedens toe…
Maar nu weet je nog
steeds niet waarom ze dat deden… Ik vertel het je even. Na een tijdje bracht de
hoofdrat me in een zijgang van het riool. Daar stroomden ratten van over het
hele land toe. Elk van hen had een gedumpt dier bij. Onvoorstelbaar wat mensen
toch door het toilet durven te spoelen. Ik zag goudvisjes, slangen, een kleine
krokodil, schildpadden, een bijna verdronken kanarie, een demente opa,
dwergkonijntjes en pasgeboren kittens…
Jouw beeld van een rat
is misschien niet zo goed, maar wat zij hier deden was pure liefdadigheid.
Alles wat ongewenst was en daardoor meedogenloos werd doorgespoeld, werd
onmiddellijk opgevangen. De eerste dringende zorgen werden toegediend en
vervolgens werden al die stakkers met veel toewijding getroost en bemoederd.
Als ze genoeg aangesterkt waren, als ze hun trauma na de nodige therapieën
verwerkt hadden, of als ze –in het geval van de kittens- op eigen benen konden
staan, gingen ze naar de volgende afdeling. Die regelde voor elk van hen een
opvangmogelijkheid, een tweede leven. Alleen de opa zat er al een tijdje, maar
daar werd hard aan gewerkt.
De ratten hadden een
duidelijke visie: ongewensten kregen een herkansing, maar diegenen die
harteloos een levend wezen door het toilet spoelden, werden daarvoor gestraft.
Zonder medelijden. Net zoals de daders geen medelijden hadden. Ik kan je
verzekeren dat ze er een fulltime job aan hadden. Er was zelfs een nachtploeg
actief. Want deze ratten geloofden in een zekere vorm van continuïteit. Ze waren
er rotsvast van overtuigd dat hun volharden er ooit voor zal zorgen dat het
dumpen stopte.
En ik? Als ik kon, dan hielp
ik af en toe. Als er nieuwe aansluitingen waren van woonwijken op het riool,
dan gaf ik met plezier de plannen door. Of als ik op het werk iemand hoorde
zeggen dat hij de goudvisjes die zoonlief op de kermis had gewonnen, had
doorgespoeld, snorde ik maar al te graag die persoon zijn privéadres op.
En jij? Hoor jij soms
ook iemand ‘auw!’ roepen vanuit het kleinste kamertje? Heb je in de sauna al
eens iemand gezien met een klein litteken op één van de billen? Wel, je weet
het nu. Maar vertel het niet verder. Ze doen nog steeds goed werk, die ratten…
Mooi weer Tanneke! Ook buiten. ;o)
BeantwoordenVerwijderenJeetje, ben ik even blij dat ik nooit een levend wezen heb doorgespoeld. Compliment voor je fantasie.
BeantwoordenVerwijderenHaha heel goed gevonden en mooi op papier (?) gezet :-). De demente opa deed me even luidop lachen..
BeantwoordenVerwijderengeweldig!!!
BeantwoordenVerwijderenHeel erg leuk geschreven. Met plezier gelezen.
BeantwoordenVerwijderenleuk om lezen...goed gevonden van die ratten...!
BeantwoordenVerwijderenzo tof!
BeantwoordenVerwijderen