Eindelijk middagpauze! Ik klapte
mijn laptop dicht, nam mijn handtas en haastte me naar de winkelstraat. Het waren
de laatste dagen van de solden en ik had echt nog een kleedje nodig voor het
verjaardagsfeestje van mijn vriendin.
Het was weer druk in de
winkelstraat. Ik ergerde me aan de slenterende mensen die duidelijk veel meer
tijd hadden dan de doorsnee werkende mens. Ze liepen in de weg, ik had haast. Na
wat slalommen stapte ik de winkel binnen waar ik meestal wel mijn stijl vond. Ik
probeerde me te ontspannen. Langzaam liet ik mijn blikken gaan over de volle
rekken. Automatisch sorteerde ik al op kleur, lengte, stijl. Het duurde geen
tien minuten of ik had een drietal kledingstuks over mijn arm hangen. Ik rolde
even met mijn ogen toen ik naar het bordje boven de paskamers keek: maximum 3
stuks. Vooruit dan maar…
Er waren vijf paskamers. Vier daarvan
waren vrij. Ik koos het middelste pashokje en hing de kledij aan de kapstok. De
handtas ging op het stoeltje en ik nam een rokje van de kleerhanger. Naast me
hoorde ik een vrouw praten. Ze was duidelijk op leeftijd. Ik hoorde het aan dat
krakje in haar stem. Ze klonk heel lief.
‘Zeg eens iets, Emiel’, hoorde ik.
‘Past dat wel bij mij? Dat is niet echt mijn kleur, of wel?’
Ik voelde me een beetje
ongemakkelijk omdat ik hun conversatie hoorde. Waarschijnlijk besefte ze niet
dat er naast haar nog iemand kleren aan het passen was.
‘Emiel, die blouse is mooi, he! Maar
die rok maakt me precies wat dikker. Of vind jij het wel goed?’
Ze taterde maar door. Ik kon niet
anders dan meeluisteren. Emiel zei niets terug. Ik stelde me voor dat hij maar
knikte en in zichzelf dacht dat hij er toch geen verstand van had en straks wel
zou betalen.
Ondertussen had ik mijn keuze
gemaakt: een klassiek rokje zou het worden. Ik kleedde me terug aan, keek even
of mijn haar wel goed zat en nam mijn handtas van het stoeltje. Het rokje
schoof van mijn arm en viel op de grond. Ik bukte me en zag onder het gordijn
van het pashokje dat er maar één paar voeten stond. De vrouw naast me had haar
schoenen netjes naast elkaar gezet. Ze vroeg: ‘Emiel, moet jij geen nieuwe das
hebben?’ Maar Emiel bleef zwijgen. Ik hoorde haar zuchten.
Toen ik uit het pashokje kwam, kon
ik het niet laten. Ik bleef maar wat rondhangen. Voor ik vertrok moest ik de
vrouw gezien hebben. En Emiel ook. Ik prutste maar wat aan mijn kledij en
kapsel, in de hoop dat het niet zou opvallen. Ik zag hoe ze wat moeizaam haar
voeten in haar schoenen stak. ‘Kom, Emiel, we gaan naar de kassa!’
Het gordijn schoof open. Een kleine,
charmante vrouw met perfect gekapte witte haren, stapte naar buiten. In haar
ene hand droeg ze haar handtas, over haar andere arm lag een blouse en een rok.
De vrouw draaide zich even om en zei: ‘Kom Emiel, blijf daar niet zo staan!’
Ze draaide zich terug om, ik was
zo verbaasd dat ik vergat om een stapje opzij te zetten. We botsten tegen
elkaar op. Haar handtas gleed van haar arm en viel op de grond. Vlug bukte ik
mij om ze op te rapen, ondertussen verontschuldigde ik me uitvoerig. De oude
vrouw bukte zich ook en raapte het bidprentje op dat uit haar tas gevallen was.
‘Dit is Emiel’, zei ze. ‘Hij is
vorige maand gestorven.’ Heel zachtjes gleed haar hand over zijn foto, daarna
stak ze het kaartje weg. We stonden samen recht. Ik wist niet wat ik moest
zeggen. In haar ogen zag ik dat het ook niet meer uitmaakte. Ze keek over haar
schouder en wenkte met haar hoofd. ‘Kom, Emiel, we gaan nog een kop koffie
drinken.’
Ik keek haar na. Mijn hoofd zat
vol emoties. Ook ik keek even om, naar het pashokje. Even dacht ik Emiel te
zien in de spiegel. Hij knikte en lachte me vriendelijk toe. Ik schudde mijn
hoofd. ‘Emiel, ik ga mee een kop koffie drinken. Dat hebben we wel verdiend!’
Wat een mooi verhaal. Graag gelezen!
BeantwoordenVerwijderenWat een verhaal!!!Een tante van mij doet dat ook dikwijls, praten tegen haar overleden man, pijnlijk vertederend...grtjes C x
BeantwoordenVerwijderen