Ik ben ooit knap geweest. Mijn
lange donkerblonde haren speelden met elk briesje. Regelmatig keek men achterom
als ik voorbij wandelde. Mijn ogen waren van het helderste blauw, waarbij de
eerste stralende lentehemel verbleekte. Een lichaam in harmonie. En ja, ik was me
zeker wel bewust van mijn uitstraling. Dikwijls heb ik gedacht dat ik me
gelukkig mocht prijzen, dat ik zo was, en niet anders. Als ik rond me keek, zag
ik dat ik niet mocht klagen. En dat heb ik ook nooit gedaan. Tot nu.
’s Morgens denk ik terug aan
die tijd. Ik sta voor de spiegel. Vroeger deed ik dat ook. Dat duurde toen niet
langer dan vandaag, maar ik was wel meer tevreden. Er kon toen een glimlach af.
Nu niet meer. Ik kijk naar mezelf. Diep vanbinnen zie ik nog steeds die jonge
vrouw. Als ik door de verpakking kijk.
Mijn golvende haren ben ik
kwijt. De eerste grijze haren worden voor het eerst verdoezeld door een
kleurshampoo. En geef toe: er komt een leeftijd waarop je niet meer rondloopt
met een lichtjes uitdagende haardos…
Mijn lichaam maakt zich klaar
om te vechten tegen de zwaartekracht. Tot nu is er nog geen reden tot paniek,
maar ik kijk angstvallig naar de komende tien jaar. Eén ding weet ik zeker: ik zal
helpen vechten. Tot het bittere einde. Een beetje ijdelheid beschouw ik als een
goede eigenschap.
De kleur van mijn ogen is
ongewijzigd gebleven, maar het heldere is weg. De lichtjes zijn wat vervaagd. Mijn
ogen hebben zoveel gezien. Soms te veel. Menig traan is er uit ontsnapt. Soms van
blijdschap, maar al te vaak ook van onmacht, woede, verdriet… Die ogen heb ik
ook af en toe dichtgedaan. Omdat ik het niet wou zien, of omdat het soms beter
is, zowel voor jezelf als voor de ander. Die ogen wil ik nooit kwijt. Ze zijn
mijn ziel.
Ik wil niet klagen, of toch
niet te veel. Ik kijk nog steeds rond. Stiekem observeer ik vrouwen van mijn
leeftijd. Er zitten er bij, waarbij ik helemaal vervaag, maar er zijn er ook
veel waarvan ik zeker weet dat ik hen doe vervagen. Het is geen leedvermaak, nee,
dat niet. Het is eerder een troost, een duwtje in de rug. Af en toe moet ik
mezelf even oppeppen.
Foto’s van vroeger bekijk ik
amper nog. Er zijn er veel. Maar er zijn er weinig waar ik op sta. Dat heb je
als je zelf de fotograaf bent. Die sfeer van toen roept wat heimwee op. Niet zozeer
naar dat lichaam, maar wel naar de avonturen, het ontdekken van nieuwe landen
en culturen. In die tijd kon ik de wereld aan. En ik ging hem zelfs veranderen.
Het is niet zozeer de angst
voor het verval, maar wel om het niet meer gezien te worden dat me bezig houdt.
Ik wil geen grijze muis in de massa zijn. Ergens hoop ik dat er af en toe toch
nog iemand zich eventjes omdraait als ik voorbij loop. Ik recht mijn schouders
en glimlach naar mezelf in de spiegel. Ik zie heel even die ogen blinken. Wel
jammer van de ‘bad hair day’…
herkenbaar!
BeantwoordenVerwijderenJe bent alleen een grijze muis in de massa, als je dat zelf toelaat ! Mooi geschreven, kanjer !
BeantwoordenVerwijderenmooi geschreven. doch ik ben het niet eens met die dame die zich hier zo zorgen maakt. een oudere dame die zich verzorgt en mooi kleedt zal zeker en vast door menig (oudere) man nagekeken worden.... Iedere leeftijd heeft zijn charme :-)
BeantwoordenVerwijderengrtz, Hilde
Jij zal nooit een grijze muis in de massa zijn, zeker weten! Mooi weergegeven...grtjes xC
BeantwoordenVerwijderenZooo mooi geschreven Tanneke, nooit in het echt ontmoet maar ik kan me voorstellen dat ik omkijk als ik u wandelend voorbij zou steken, ook rijdend in de achteruitkijkspiegel.
BeantwoordenVerwijderenVan uw leeftijd zijn er 'meisjes' en 'mamma's. Net zoals bij mannen 'jongens' en 'pappa's' zijn.
Ik zie u als een meisje,.
Enige probleem is: het kan niet meer als destijds. 3 nachten doorzakken, één dag recupereren zijn nu één nacht doorzakken en drie dagen recupereren geworden.