Ze dwaalt rond in de kamers van
haar huis. Iedere nacht gaat ze alle kamers in en weer uit. Ze komt in elke
hoek en als ze de kamer verlaat, kijkt ze even meewarig over haar schouder. Dan
stapt ze resoluut de volgende kamer in.
Ze houdt vol. Ze weet zeker dat
ze iets mist. Op een nacht zal ze die ene kamer vinden. De kamer waarin ze tot
rust zal komen. Daar waar haar gevoelens zich een weg zullen zoeken als een
pril bergstroompje. Daar waar ze alles los kan laten, tot al het ijs van de gletsjer
gesmolten is.
De onrust groeit. Nacht na
nacht herhaalt ze dit ritueel. Maar die ene kamer blijft verborgen. In haar dromen
opent ze elke keer weer die deur. Dan wordt ze bevrijd.
Deze nacht lukt het ook weer
niet. Het zijn de vertrouwde kamers, niets meer. Hoe ze ook zoekt, de onrust
blijft. Nacht na nacht.
Ze ziet hoe haar gletsjer
steeds hoger en gladder wordt, ze voelt hoe smeltgraag het ijs is en hoe wankel
ze zich er op begeeft.
Er ontluiken geen
bergstroompjes. Het komt niet los. Die kamer blijft onvindbaar. De deur zit op
slot. De nacht is lang.
heel mooi !Doet me denken aan mijn werk van vroeger als nachtverpleegkundige op een dienst psych - geriatrie waar veel bewoners op zoek gingen tijdens de nacht .
BeantwoordenVerwijdereneen uitzichtloze zoektocht....
BeantwoordenVerwijderen