Men spreekt van één lot, en
verschillende loten,
Maar ’t meervoud
van pot is natuurlijk geen poten.
Zo zegt men ook
altijd één vat en twee vaten,
Maar zult u ook
zeggen één kat en twee katen?
Laatst ging ik
vliegen, dus zeg ik vloog.
Maar zeg nou bij
wiegen beslist niet: ik woog,
Want woog is nog
altijd afkomstig van wegen,
Maar is dan ‘ik
voog’ een vervoeging van vegen?
Wat hoort er bij
‘zoeken’? Jazeker, ik zocht,
En zegt u bij
vloeken dus logisch: ik vlocht?
Welnee beste
mensen, want vlocht komt van vlechten.
En toch is ik
‘hocht’ niet afkomstig van hechten.
En bij lopen hoort
liep, maar bij kopen geen kiep.
En evenmin zegt men
bij slopen ‘ik sliep’.
Want sliep moet u
weten, dat komt weer van slapen.
Maar fout is
natuurlijk ‘ik riep’ bij het rapen.
Want riep komt van
roepen. Ik hoop dat u ’t weet
En dat u die
kronkels beslist niet vergeet.
Dus kwam ik u
roepen, dan zeg ik ‘ik riep’.
Nu denkt u van
snoepen, dat wordt dan ‘ik sniep’?
Alweer mis m’n
beste, maar u weet beslist,
Dat ried komt van
raden, ik denk dat u ’t wist.
Komt bied dan van
baden? Welnee, dat wordt bood.
En toch volgt na
wieden beslist niet ‘ik wood’.
‘Ik gaf’ hoort bij
geven, maar ‘ik laf’ niet bij leven.
Dat is bijna zo dom
als ‘ik waf’ hoort bij weven.
Zo zegt men: wij
drinken en hebben gedronken.
Maar echt niet: wij
hinken en hebben gehonken.
’t Is moeilijk,
maar weet u: van weten komt wist,
maar hoort bij
vergeten nou logisch vergist?
Juist niet zult u
zeggen, dat komt van vergissen.
En wat is nu goed?
U moet zelf maar beslissen:
Hoort bij slaan nu
ik sloeg, ik slig, of ik slond?
Want bij gaan hoort
ik ging, niet ik goeg of ik gond.
En noemt u een
mannetjesrat nu een rater?
Dat geldt toch
alleen bij een kat en een kater.
(auteur onbekend)
Geweldig. Nu begrijp ik waarom buitenlanders zoveel moeite hebben met onze taal.
BeantwoordenVerwijderenen onze kinderen die dit ook zo gek te pas en te onpas gebruiken , de logica is ver te zoeken ,super goed gevonden t time tanneke !!!!
BeantwoordenVerwijderenWij hadden vroeger nog de verbuigingen, zoals het duits dat nog heeft. Daar zijn we van af. Het heeft ook lang geduurd met onze verbuigings "n": een kwestie nog van het behoudsgezinde Vrij onderwijs en het Officieel Staatsonderwijs. Leerde als knaap in 1945 nog van "de mensschen pisschen in de bosschen" dat was het West-Vlaamsch van Guido Gezelle. Daarna was het Amsterdams aan de beurt van De Vries en Te Winkel (1947.)
BeantwoordenVerwijderenAls ik met duitse vrienden uit München praat, kan ik gewoon mijn eigen Scheldedialect spreken: dezelfde platte klanken : Mienchen, nen bessem, de mieren (Mauern). Schrijf ik mijn behoorlijk duits naar vrienden in Tirol, zijn de antwoorden altijd nieuw studiemateriaal: het gelijkt op het duits uit Insbruck en het Vorarlbergisch.
Met Hamburgers sprak ik het liefst Engels, omdat dan de uit te wisselen teksten konden gepubliceerd worden in de vakliteratuur. Maar dat ging niet op in Rostock (toen nog DDR), maar dat waren dan ook hooghartige Pruisen. Geef mij maar Beieren en die Schwarzwaldmädel!
Logisch toch maar je moet er maar opkomen:-) xC
BeantwoordenVerwijderen