Daar stond ik dan. Tot een minuutje daarvoor was ik heel vrolijk. Een beetje uitgelaten zelfs. Eindelijk was er nog eens een feestje. Geen saai, stijf gedoe, maar gewoon een leuk feestje met goede vrienden. Dat was erg lang geleden. Ik had er de hele dag al naar uitgekeken. Tegen de avond aan nam ik een bad, koos zorgvuldig mijn kleren uit en deed wat ik nog moest doen: een beetje make-up, een leuk halssnoer en bijpassende oorringen. Ik genoot. Er ontbrak nog één ding: een vleugje parfum. Ook dat was lang geleden. Ik opende het kastje, nam een flesje en rook er aan. De geur paste niet bij mijn stemming, dus ik ging op zoek naar een ander geurtje. In een hoekje stond nog een flesje. Ik nam het vast. Allerlei gevoelens overvielen me. Alleen dat flesje en ik waren nog aanwezig. De wereld rondom me bestond even niet meer. Langzaamaan druppelden er beelden binnen in mijn cocon.
Beelden van meer dan twintig jaar geleden. Mooie beelden. Met veel vrolijkheid en warmte. Ik zag hem nog zo naast me lopen. Een grote, slungelachtige man van bijna twee meter. Hij had een baard, waar altijd een mysterieuze glimlach in schuilde. De twinkels in zijn ogen doofden nooit. Althans dat dacht ik toen.
Hij stond regelmatig zomaar aan mijn deur. Dat deed hij wel vaker. Soms bleef hij dan uren praten, in de zomer had hij vaak een boeketje veldbloemen geplukt, gaf hij ze af in de deur en ging weer weg, al zwaaiend. Af en toe had hij een leuk boek gevonden op de boekenmarkt en vond hij dat ik het moest lezen. Maar toen, die dag, had hij mijn hulp nodig. Hij was verliefd. Niet op mij. Op een mooie, bijzondere vrouw. Hij wist niet hoe het verder moest. Zij voelde ook wel wat voor hem, maar ze twijfelde. Hij wou haar zo graag over die streep trekken, maar wist niet hoe. Zijn eerste idee was om haar een cadeautje te geven. Het zou een flesje parfum worden. Ik probeerde hem niet op andere gedachten te brengen, wat ik er ook van vond. Ik zou hem helpen. Het werd een flesje parfum.
Ik trok mijn jas aan en arm in arm trokken we naar de stad. Hij wist precies in welke winkel hij zijn keuze zou maken. De verkoopster begroette ons hartelijk. Ze dacht dat we een koppeltje waren en genoot van hoe we giechelden en praatten. Hij vroeg mijn raad: welke geur, het merk, de vorm van het flesje… Ik gaf mijn eerlijke mening en hij selecteerde verder. ‘Dit wordt het!’ zei hij. Triomfantelijk hield hij het flesje omhoog. ‘Het is mooi, sober, sterk en het heeft karakter. Net zoals zij!’ zei hij en ik kreeg prompt een klinkende zoen op mijn wang. Als twee pubers gingen we naar de kassa. Hij zei tegen de verkoopster:’ doe er maar twee. Alletwee in cadeauverpakking, graag.’
Toen we buitenkwamen begon het te sneeuwen. Ik vond het heerlijk. Hij genoot omdat de sneeuwvlokjes me zo beroerden. Een paar honderd meter verder trok ik hem een brasserie in. Een tasje thee was welkom. Daar gaf hij me het andere flesje parfum. ‘Voor jou’ zei hij, ‘gewoon omdat je lief bent.’ Hij kon me altijd zo verrassen. Ik gaf hem een zoen en het koekje dat ik bij mijn thee gekregen had. Hij staarde naar buiten en ik wist dat hij nadacht over hoe hij het andere flesje zou geven aan de vrouw van zijn leven. Ik staarde mee en hoopte van uit de grond van mijn hart dat zijn liefde vlug beantwoord werd.
Het was een mooie tijd. Zo eenvoudig. Genieten ging vanzelf. Het leek allemaal al zo lang geleden. Ver weg, een ander leven. Nu had ik dat flesje terug vast. Hij was een jaar of tien geleden gestorven. Een beetje eenzaam. Zijn onbeantwoorde liefde had hem verbitterd en hij veranderde langzaam in een zonderlinge, trieste man. Hoewel ik nog pogingen ondernam, verwaterde onze vriendschap. Hij kwam niet meer langs met een boek of een bundeltje madeliefjes. Het lukte me ook niet meer om hem nog mee te krijgen naar de stad. Jaren gingen voorbij toen ik toevallig zijn doodsbericht in de krant las. Het raakte me. En ik had spijt dat ik hem niet meer gezien had. Maar ik was hem al jaren daarvoor kwijtgeraakt.
Het feestje begon over een uur. Ik draaide het flesje rond en rond. Eventjes hield ik het dicht tegen me aan, alsof hij het zou voelen. Het deed deugd. Langzaam bracht ik het flesje naar mijn neus. Ja, die geur was het. Dat zocht ik. Alsof het een ritueel was zette ik mijn wijsvinger op het dopje en spoot een fijn straaltje parfum in mijn nek. Het was het laatste druppeltje. Het flesje was nu leeg.
Zo mooi geschreven. Om stil van te worden...
BeantwoordenVerwijderenOntroerend en mooi.
BeantwoordenVerwijderenWat een prachtig ontroerend verhaal.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes Elisabeth
prachtig!
BeantwoordenVerwijderenGroet,
Hans
Tanneke een andere reactie is wel geplaatst. Onder het december verhaal in 2010. Ook een mooi verhaal.
BeantwoordenVerwijderenOnder dit verhaal had ik geschreven dat ik het mooi en heel subtiel vond.
Kijken of het nu lukt1
Mooi! En wat is T-time een goedgevonden naam!
BeantwoordenVerwijderenEcht stil geworden en jammer genoeg ook herkenbaar :( :)
BeantwoordenVerwijderenwat een prachtig maar ook een beetje triest verhaal! ik ga hier nog vaker komen lezen, ben dol op mooie en goed geschreven verhaaltjes! Top hoor. groetjes, Hilde
BeantwoordenVerwijderenontroerend mooi!
BeantwoordenVerwijderen