Tijd
De kraaien roepen me.
Ze verkondigen mijn einde
met beloftes van rust en stilte,
en een warm omhulsel
zonder vragen.
De kraaien roepen me,
luider en luider
met beloftes van verademing,
en een veilige nacht
zonder dromen.
De kraaien roepen me,
dwingend en overtuigend
met beloftes van zielenrust,
en een nooit eindigende,
bodemloze slaap.
De kraaien roepen me.
Het is niet dat ik ze wil horen
maar het roepen maakt me moe.
Het oorverdovende breekt me.
Het is niet dat ik ze wil horen
maar het roepen maakt me moe.
Het oorverdovende breekt me.
Het is tijd om te gaan.
knap gedicht, en van kraaien hou ik ook niet!
BeantwoordenVerwijderenvoor jou is die tijd toch nog niet aangebroken hoop ik!
groetjes, Hilde
het is tijd om de kraaien weg te jagen
BeantwoordenVerwijderenNiet zo'n positieve boel precies ... is alles wel goed ?
BeantwoordenVerwijderen