dinsdag 29 september 2009

EXIT

Je ziet hem elke werkdag om 17u00. Hij staat voor de lange oprit van zijn huis aan de straatkant te wachten. Voor hem staat een lege rolstoel. Die zal hij dadelijk gebruiken om Herman in te zetten. Herman is 41 jaar. Mentaal gehandicapt. Als hij van het dagcentrum thuiskomt is hij zo moe dat hij zich onderuit laat zakken in de rolstoel. Zijn vader wacht hem elke dag op. Al 21jaar lang. Door elk seizoen, of gebeurtenis heen. Als je hem ziet staan, rond 17u, langs de kant van de weg, lijkt hij een standbeeld. Hij lijkt aan niets te denken. Het is het ritueel dat hem nu, in zijn oude dag, draaiend houdt. Hij moet er zijn. Elke dag opnieuw moet hij er zijn voor Herman. Eén ding is zeker: hij kan niet doodgaan vóór zijn zoon. Wie zal Herman dan opwachten als de bus aan de lange oprit stopt? Neen, elke dag om 17u denkt hij maar aan één ding: hij zal hier elke dag staan.

Herman wordt ziek. Niet de bus haalt hem deze keer op, maar wel de ziekenwagen. Het gaat niet goed met Herman. De dokter zegt veel door vooral te zwijgen en meewarig te knikken.
Maar om 17u00 staat vader met zijn rolstoel klaar. Zo moet het, zo heeft hij het altijd gedaan. Zo zal het altijd zijn.

Herman zegt slaapwel aan de nachtzuster en wordt niet meer wakker. Ze vinden hem met een glimlach op zijn lippen. De dokter moet geen uitleg geven aan vader. Het is niet meer belangrijk, zegt hij.

Het is maandag, bijna 17u00. De rolstoel wordt uit de gang gereden. Vader trekt zijn jas aan. Het is koud en guur. Maar hij wacht op Herman. Herman is er omdat vader op hem wacht. Herman zal van de bus stappen, want zijn rolstoel staat voor hem klaar.

Herman stapt niet van de bus. De bus rijdt voorbij zonder zelfs te vertragen. Vader maakt zich los uit zijn standbeeld. Hij kijkt de bus na. Het regent zachtjes. Hij neemt zelf plaats in de rolstoel voor de lange oprit van zijn huis. Herman komt niet meer. Vader laat los.

donderdag 24 september 2009

Onvoorwaardelijk

Onweerstaanbaar was ze. Onweerstaanbaar aantrekkelijk. Al twintig jaar, elke dag. Er ging geen uur voorbij zonder dat hij aan haar dacht. Soms bleef hij wel de hele nacht wakker om dicht bij haar te zijn.

Hij was nog erg jong toen hij haar ontmoette. Het was meteen raak. Zij was sterk en ongenaakbaar. Maar hij liet haar sinds die dag niet meer los.

Hij vond een baan en ging elke dag naar zijn werk. Al gauw had hij een manier bedacht om ook daar bij haar te zijn. Het was niet genoeg. Haar aantrekkingskracht was te groot.

Vandaag kwam hij niet opdagen op het werk. Er telde nog maar één ding. Zij.

Hij koesterde haar, streelde haar koude nek toen hij haar uit de bruine papieren zak nam. Gulzig, onbeheerst en bruut draaide hij de stop van de fles whiskey.

Hij kan echt geen dag zonder haar...



maandag 21 september 2009

Sprakeloos

“Wel, wel, wel! Heb je nu weer een nota in je agenda? Het is de derde week van het schooljaar, je bent net gestart in het eerste leerjaar, ... dat is niet zo best, hoor. Laat eens zien wat de juf geschreven heeft... Oh, je bent blijven babbelen, nadat de juf al 3 x gezegd had dat je moest stoppen?” “Nee, dat klopt niet helemaal, ze heeft het zeker 27 x gezegd.”
“En hoe komt dat dan?”
“Ja wat zou je zelf doen als iemand je iets vraagt dan moet je toch antwoorden dat is nogal onbeleefd als iemand iets vraagt en je doet alsof je die niet hoort alleen maar omdat de juf gezegd heeft dat je moet zwijgen dat kan toch niet als jij mij wat vraagt wil je toch ook altijd dat ik antwoord en jij antwoordt toch ook altijd als ik iets vraag dat is toch bij iedereen zo ook bij grote mensen dus bij kinderen ook en daarbij wat zou mijn vriendje dan wel denken als die geen antwoord krijgt dus is dat mijn schuld niet ik was gewoon beleefd en ik kon er niets aan doen want ik moest antwoorden anders ging dat toch niet goed komen en...”
“Wat vroeg je vriendje dan?”
“Hij vroeg wat de juf gezegd had...”

donderdag 17 september 2009

Stilte

"Jaja", zegt ze, om de stiltes te verbreken. Vreemd hoor, die stiltes, alsof er niets meer te zeggen valt. Hebben ze ooit wel met elkaar gepraat, vraag ik me af. Je brengt je kinderen toch niet groot met altijd dezelfde praatjes over het weer, het lengen van de dagen en het sterven van de mensen? Of is het zo dat je geduld wordt, maar de conversatie niet meer van belang is? En zou ze dan, 's avonds, weer alleen in haar veel te grote huis, de dag overpeinzen en denken wat een mooie dag het wel geweest is? Mij laat het een wrange smaak na, er is haar niets meer geboden dan eten (dat op een ander toch altijd anders smaakt) en wat tassen koffie. En dat de dagen binnenkort weer lengen en de regen maar niet ophoudt en de mensen al of niet sterven, tja, daar hebben we geen aandeel in. Net zoals alle vorige jaren en net zoals het vorige bezoekje. "Jaja, het is allemaal niet meer zoals vroeger. Jaja..."


dinsdag 15 september 2009

Zwarte weduwe

Trouwdag. "En, ben je zenuwachtig?" "Och, het is alsof ik naar een mondeling examen ga, waarvan ik de vragen al op voorhand weet, maar me afvraag met welke intonatie en met welke expressie ik zal antwoorden."

maandag 14 september 2009